Nghĩa của từ tocht bằng Tiếng Pháp

tocht [tɔxt] excursion, randonnée marche, promenadeenvoiture voyage parcours, trajet

Đặt câu có từ "tocht"

1. Het tocht.

2. Het tocht hier wel.

3. Het is een zware tocht.

4. En het tocht daar beneden.

5. Over het bergpad ging hun tocht,

6. Het is nog een lange tocht.

7. Sommigen hebben het over een nobele tocht.

8. Het is'n zware tocht over die bergen.

9. Een spirituele tocht klinkt veiliger dan tijdreizen.

10. Wat erg dat het tocht in uw kamer.

11. De tocht met een vrachtschip erheen duurde zeven weken.

12. De sneeuw maakte de tocht door het Reuzengebergte gevaarlijk

13. Tegen 1869 hadden ruim 70.000 heiligen een soortgelijke tocht gemaakt.

14. Ik ben er klaar voor om m'n tocht te beginnen.

15. De tocht duurde drie dagen en was heel vermoeiend.

16. Ik heb eens een tocht gemaakt door een uitgestrekte grot.

17. We kunnen ze niet de rest van de tocht zo afmatten.

18. Dit alles hoort bij de overgave aan de tocht van design.

19. Samen hadden we het wereldrecord gebroken voor een tocht naar de zuidpool.

20. Zij hebben gewoon het gebod van Jezus gehoorzaamd: „Predikt op uw tocht.”

21. Niets over dat je niet op de tocht moet gaan staan?

22. Zij begonnen hun tocht vroeg in de ochtend met een gebed.

23. Lillie, je hebt een gouden hart, maar die tocht is veel te gevaarlijk.

24. Zij konden dus met een vreugdevol optimisme, met gelukkige vooruitzichten, de tocht ondernemen.

25. Ik denk dat deze weduwe erg succesvol zal zijn op haar tocht.

26. Tijdens de tocht van Israël door de wildernis werd Korach ontevreden over zijn dienstvoorrechten.

27. Dat is een tocht van drie tot vier dagen over heel slechte wegen.

28. Barak achtervolgde Sisera’s leger helemaal tot aan Haroseth, een tocht van 24 kilometer.

29. De viering omvatte het naspelen van de tocht van de pioniers door zijn dorp.

30. Het was een hele tocht, want je mocht toen officieel de IJssel nog niet over.

31. Maar die tocht was voor mij het bewijs dat ik toeristenstranden voor echte wildernis had ingeruild.

32. Damaskus lag zo’n 220 kilometer — een zeven- of achtdaagse tocht te voet — van Jeruzalem vandaan.

33. Er gebeurde iets toen ik 8 jaar geleden aan mijn tocht in V- Dag begon.

34. Elke ochtend maakt de troep dezelfde tocht door de stedelijke jungle, net zoals menselijke pendelaars.

35. Ik heb het haardvuur in haar kamer niet aangestoken, ze kan in de tocht opdrogen.

36. Nephi vertelde van de tocht met zijn familie in de wildernis en hun aankomst in het land Overvloed.

37. Er gebeurde iets toen ik 8 jaar geleden aan mijn tocht in V-Dag begon. Ik liep verloren.

38. 1. (a) Wat was de situatie in Israël aan het einde van de tocht door de wildernis?

39. Op die tocht maakte ze kennis met de lange, donkerogige gezagvoerder van het schip, Frederick Granger Williams.

40. Ik getuig dat ons leven, als we die ongelofelijke tocht terug naar God beginnen of vervolgen, erop vooruit zal gaan.

41. Dus zette de logge vloot zijn tocht voort en bereikte uiteindelijk twee maanden nadat de schepen Lissabon hadden verlaten het Kanaal.

42. De reis van Jeruzalem naar Damaskus — een zeven- of achtdaagse tocht te voet van zo’n 220 kilometer — was zwaar geweest.

43. Met een kwart van zijn lichaamsgewicht in water, kan hij nu weer beginnen aan de lange tocht naar huis.

44. Ik heb elk slachthuis binnen loopafstand leeggehaald en elke slagerij... langs de helse tocht van New York naar Mystic Falls.

45. Dit betekende een tocht van 1100 kilometer, en hij had slechts een 6,7 meter lange reddingsboot die hij van de Endurance had gered.

46. Op hun tocht van Judea in het zuiden naar Galilea in het noorden, komen Jezus en zijn discipelen door het district Samaria.

47. Op een keer werden de broeders op hun tocht vanuit het bos tegengehouden door de politie, die beweerde dat hun vergunning ongeldig was.

48. In 1911 werd in de Verenigde Staten de eerste transcontinentale tocht per vliegtuig gemaakt; de reis van New York naar Californië duurde ongeveer 49 dagen!

49. Op de laatste dag van onze eerste tocht hadden we geen petroleum meer voor ons kooktoestel en was onze voedselvoorraad ook bijna uitgeput.

50. Denk vervolgens eens aan Rebekka’s inspannende tocht op een kameel naar de Negeb, misschien naar Kades, om Isaäk te ontmoeten. — Ge 24:10, 62-64.