Nghĩa của từ Klein‐Azië bằng Tiếng Pháp
AsieMineure
Đặt câu có từ "Klein‐Azië"
1. De beste gedroogde vijgen in Rome kwamen uit Caria (Klein-Azië).
2. Op zijn eerste zendingsreis predikte hij het goede nieuws in Klein-Azië.
3. 5 Van Cyprus voer het gezelschap naar de stad Perge in Klein-Azië.
4. Daarna ging hij naar het westen, door Klein-Azië en tot in Thracië.
5. Ionische Grieken vestigden zich in die tijd aan de westkust van Klein-Azië.
6. De Romeinse provincie Pontus et Bithynia lag aan de Zwarte Zeekust van Klein-Azië.
7. Waarom moet dat wat Christus tegen zeven gemeenten in Klein-Azië zei, ons interesseren?
8. 8 De volgende plaats die ze aandeden was Knidus, in het zuidwesten van Klein-Azië.
9. Dimitris werd onder de wapenen geroepen en naar het Turkse vasteland, in Klein-Azië, gezonden.
10. Pelgrims uit Klein-Azië, Egypte, Griekenland en zelfs uit Perzië kwamen naar Pafos voor de festiviteiten.
11. 16 Gedurende hun zendingsreis door Klein-Azië stuitten Paulus en Barnabas op moeilijkheden, ja, op hevige vervolging.
12. Thyatira (nu Akhisar) lag aan een zijrivier van de Gediz (vroeger de Hermus) in westelijk Klein-Azië.
13. 7 Na een tijdje kwam het schip aan in Myra, een haven aan de zuidkust van Klein-Azië.
14. Die kop verscheen in kapitale letters op de voorpagina van een grote krant na een verwoestende aardbeving in Klein-Azië.
15. IN 325 G.T. riep de Romeinse keizer Constantijn in de stad Nicea in Klein-Azië een concilie van bisschoppen bijeen.
16. De kortste route liep gewoonlijk via Rhodos of Myra of een andere haven aan de kust van Lycië in Klein-Azië.
17. Het schip kwam uit Adramyttium, een haven aan de westkust van Klein-Azië, tegenover de stad Mitylene op het eiland Lesbos.
18. In het midden van de zevende eeuw vielen nomadische Cimmeriërs vanuit het Zwarte-Zeegebied in het noorden Klein-Azië binnen om het te plunderen.
19. Het gezin van een vrouw die Eunice heette, woonde in Lystra, een stad in het gebied van Lykaonië in het zuiden van Centraal-Klein-Azië.
20. Met de behendigheid en snelheid van een luipaard verplaatste Alexander de Grote zich door Klein-Azië, zuidwaarts naar Egypte en dan door naar de westgrens van India.
21. Met Pinksteren in het jaar 33 kwamen Joden en proselieten naar Jeruzalem vanuit gebieden als Italië, Libië, Kreta, Klein-Azië en Mesopotamië (Hand. 2:5-11; 20:16).
22. Terwijl hij in Thracië wachtte op een gelegenheid om over te steken naar Klein-Azië, beraamden degenen ’die zijn voedsel aten’ snode plannen tegen hem en veroorzaakten zijn „verbreking”.
23. 25 De prijzende woorden en raad van de verheerlijkte Jezus Christus tot de eerste drie van de zeven gemeenten in Klein-Azië die we hebben besproken, stemmen ons tot nadenken.
24. 12 Dat Christus met lichamen van ouderlingen als zodanig handelt, blijkt uit de boodschappen die hij aan „de zeven sterren” of „engelen van de zeven gemeenten” in Klein-Azië zond (Openbaring 1:11, 20).
25. Later won Papias, vanuit zijn woning in de Frygische stad Hiërapolis, in Klein-Azië, bij ouderen inlichtingen in om na te gaan of zij ooit een van Jezus’ apostelen hadden gezien of gehoord.
26. De apostelen waren geen lafaards, maar toen zij erachter kwamen dat er een plan bestond om hen te stenigen, vertrokken zij wijselijk om te gaan prediken in Lykaonië, een landstreek van Klein-Azië in het zuidelijk deel van Galatië.
27. Uit die brieven aan de gemeenten in Efeze, Smyrna, Pergamum, Thyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea blijkt dat de christenen in dat deel van Klein-Azië destijds aan diverse gevaren blootstonden, zoals immoraliteit, sektarisme en afval. — Openbaring 1:9, 11; 2:14, 15, 20.
28. Nadat zij heel Cyprus waren doorgetrokken en Sergius Paulus, de Romeinse provinciestadhouder van het eiland, bekeerd hadden, zetten zij hun reis voort naar Perge, aan de zuidkust van Klein-Azië, waar Johannes Markus zich van hen afscheidde en naar Jeruzalem terugkeerde (Handelingen 13:13).