Nghĩa của từ huishouden bằng Tiếng Anh

huishouden [həʏshɑudən] keephouse, manage

Đặt câu có từ "huishouden"

Dưới đây là những mẫu câu có chứa từ "huishouden", trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Anh. Chúng ta có thể tham khảo những mẫu câu này để đặt câu trong tình huống cần đặt câu với từ huishouden, hoặc tham khảo ngữ cảnh sử dụng từ huishouden trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Anh

1. Ze leerde hun ook te helpen bij het huishouden.

2. '30 jaar geleden, Tianjin, Huo Huishouden'

3. Eerder iemand van uw huishouden of personeel

4. Wat is je strategie in je huishouden?

5. Ze krijgen er de status van koningin in hun eigen huishouden door.

6. Uiteraard bent u in dit huishouden een hele held.

7. Heb je je ouders weleens gevraagd wat er bij een huishouden komt kijken?

8. Ik denk dat het begint in het huishouden, onder hetzelfde dak.

9. Zijn oudste zuster had gekookt en ook verder het huishouden gedaan.

10. Haar vader haalde haar van school om voor het huishouden te zorgen.

11. In een huishouden van praktische jasjes en kapsels... noem ik haar een natuurding.

12. Nou ja, zolang je bent in mijn huishouden, je hebt een leuke moeder.

13. Je dient alleen mij en mijn huishouden als je daarvoor kiest, als een vrij persoon.

14. Ik ben hier gekomen als een kind, opgevoed in het huishouden van de Grote Khan.

15. Omdat ik van haar hou, neem ik vaak het initiatief om haar te helpen in het huishouden.’

16. Hij woonde alleen, want zijn vrouw was overleden en zijn getrouwde dochter had haar eigen huishouden.

17. In welk huishouden wordt de korst - de plak aan het begin en het einde van een brood - opgegeten?

18. Deze uitdrukking is de vertaling van het Griekse woord oi·ko·noʹmi·a, dat als grondbetekenis „het beheer van een huishouden” heeft.

19. Tijdens de Shang-dynastie, werden leden van de koninklijke familie begraven met een volledig huishouden en slaven, inclusief een strijdwagen, paarden, en een wagenmenner.

20. Kort nadat ik weer thuis was komen wonen, werd mijn moeder ernstig ziek en moest ik voor het huishouden zorgen.

21. De markt is tot tien uur open... je zult er alles vinden wat dat jullie nodig hebben... voor het huishouden.

22. Ze hoorden de spleet van het geld, en realiseerde zich dat de overvaller had het huishouden gevonden reserve van goud - twee pond tien in half vorsten helemaal.

23. ▪ De hoeveelheid stroom die elektrische apparaten verbruiken als ze op stand-by staan, komt gemiddeld genomen neer op 5 procent van de elektriciteitsrekening van een Canadees huishouden. — NATIONAL POST, CANADA.

24. Het gevaar is dat sommige stafylokokken zullen muteren tot iets dat echt virulent, zeer besmettelijk is en in de bevolking zal huishouden, voordat we er iets aan kunnen doen.

25. Ben je ook in staat om dag in dag uit een huishouden te runnen, maaltijden klaar te maken en voor kinderen te zorgen? — Efeziërs 5:22-25, 28-31; 1 Timotheüs 5:8.

26. De oudere kinderen worden dus gedwongen de rol van de ouders op zich te nemen, voor het eten en het huishouden te zorgen en zelfs streng onderricht te geven aan jongere broertjes of zusjes.