Nghĩa của từ huis‐ bằng Tiếng Anh

domesticated, house‐

Đặt câu có từ "huis‐"

Dưới đây là những mẫu câu có chứa từ "huis‐", trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Anh. Chúng ta có thể tham khảo những mẫu câu này để đặt câu trong tình huống cần đặt câu với từ huis‐, hoặc tham khảo ngữ cảnh sử dụng từ huis‐ trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Anh

1. Ik verkocht nummerplaat beschermers huis- aan- huis.

2. Ik verkocht nummerplaat beschermers huis-aan-huis.

3. Elke zondag gingen wij van huis tot huis.

4. Hoe kunnen we van huis tot huis traktaten aanbieden?

5. Ook beeldden ze het prediken van huis tot huis uit.

6. Een verdeeld huis

7. Huis van Tuxhorn.

8. Huis en have.

9. Mijn vaders huis.

10. Omsingel het huis.

11. Traditioneel kegelvormig huis

12. Deze huizen zijn: Het Huis Bourgondië (1143-1383) Het Huis Aviz (1385-1581) Het Huis Habsburg (1581-1640) Het Huis Bragança (1640-1910) Het Huis Bragança-Saksen-Coburg en Gotha (1853-1910) betwist Het Huis Bourgondië, bekend als de Alfonsijnse Dynastie, was het stichtende huis van het koninkrijk Portugal.

13. Dat is m'n huis.

14. Hoort bij het huis

15. Ze doorzochten mijn huis.

16. Ik ga naar huis.

17. Tussen het brandende huis

18. Het hele huis trouwens.

19. Specialiteit van het huis.

20. Eén steak van't huis.

21. Ga mijn huis uit.

22. Korihor werd uitgeworpen en ging bedelend om voedsel van huis tot huis.

23. Wat is de bijbelse basis voor het van huis tot huis prediken?

24. Oké, doorzoek het huis.

25. Meester van het huis.

26. Ze predikten van huis tot huis, tijdens informele gesprekken en per brief.

27. We komen naar huis.

28. Ze gaan't huis verkopen.

29. Zoals in het huis.

30. Toch blijft van huis tot huis gaan de voornaamste predikingsmethode van Jehovah’s Getuigen.

31. Paulus redeneerde dat „hij die het huis bouwt, meer eer heeft dan het huis”.

32. Of ergens dichter bij huis.

33. Of liever, hun héle huis.

34. Je huis vloog in brand.

35. Laten we naar huis racen.

36. Mijn huis is geen circus.

37. Dit huis moet goed werken.

38. Naar't huis van commandant Yu.

39. Wij hadden geen vrijstaand huis.

40. Ik ga naar huis, Rom.

41. Wees ijverig voor Jehovah’s huis!

42. Ze wil haar huis terug.

43. De brand verwoest het huis.

44. In het huis van genot.

45. Ga onmiddellijk mijn huis uit.

46. Rot op uit mijn huis.

47. Dat huis met die hond.

48. Hun vorige huis is afgebrand.

49. Vanavond gaan we naar huis.

50. Gaat ze't huis ook verkopen?