Nghĩa của từ troosten bằng Tiếng Pháp
troosten [trostən] console
Đặt câu có từ "troosten"
1. Lofzangen troosten de treurenden
2. Er is niets dat me nu kan troosten.
3. Mensen te troosten die verdrietig zijn,
4. Ik zal ze troosten en hun verdriet veranderen in blijdschap.
5. Dat is belangrijk om nabestaanden te troosten.
6. De baby huilt en iemand pakt hem op om hem te troosten.
7. Er waren heel wat mensen gekomen om Martha en Maria te troosten.
8. Bij iemand, dag en nacht, aan bed zitten, hun helpen, troosten en tegelijk doden.
9. 17 Sion heeft haar handen uitgespreid,+ er is niemand om haar te troosten.
10. De vrouw huilt, en de mensen kunnen niets doen om haar te troosten.
11. In een latere profetie voorzegt Jesaja: „Jehovah zal Sion stellig troosten.
12. Hij heeft mij gezonden om de gebrokenen van hart te verbinden, . . . om alle treurenden te troosten.”
13. Als je probeert te troosten, is gewoonlijk een wat zachtere stem beter.
14. Hoe kunnen we de juiste woorden vinden als we nabestaanden willen troosten?
15. 5 Als we anderen proberen te troosten, zijn woorden van medegevoel beslist op hun plaats.
16. Ik had het te druk met roem vergaren om m'n vrouw te troosten.
17. En al zijn zonen en al zijn dochters maakten zich voortdurend op om hem te troosten, maar steeds weigerde hij zich te laten troosten en zei: ’Want rouwend zal ik naar mijn zoon in Sjeool afdalen!’
18. Wat zijn enkele specifieke dingen die u kunt doen om een weduwe of weduwnaar te troosten?
19. En het zal me altijd bijblijven hoe het geluid van een murmelend beekje je kan troosten.
20. Ze spraken af elkaar te ontmoeten en samen naar Job te gaan om hun medeleven te tonen en hem te troosten.
21. Er was niemand om Hope te troosten toen ze haar met haar gezicht in het natte gras duwden.
22. 4:24). Ze troosten mensen met het goede nieuws van Gods koninkrijk en sporen aan tot geloof in Jezus Christus (Matth.
23. Een van de taken die Jezus kreeg, was het ‘verbinden van de gebrokenen van hart’ en het ‘troosten van alle treurenden’ (Jesaja 61:1, 2).
24. Hij heeft mij gezonden om de gebrokenen van hart te verbinden, om alle treurenden te troosten.’ — JESAJA 61:1, 2.
25. De patriarch Jakob weigerde zich na het ogenschijnlijke verlies van zijn beminde zoon Jozef te laten troosten; hij zei: „Rouwend zal ik naar mijn zoon in Sjeool afdalen!”
26. Vervolgens kwamen Jobs broers, zusters en vroegere kennissen om hem te troosten „en zij gaven hem vervolgens ieder een geldstuk en ieder een gouden ring”.
27. Men kan in de gemeente een groep liefdevolle, bezorgde en vertroosting biedende vrienden vinden die graag bereid zijn om anderen in moeilijke tijden te helpen en te troosten. — 2 Korinthiërs 7:5-7.
28. 9 en noemde zijn naam aNoach en zei: Deze zoon zal ons troosten over ons werk en de arbeid van onze handen, vanwege de grond die de Heer bvervloekt heeft.
29. Beloof jij, Abraham, van haar te houden, haar te troosten en eerbaar en eerlijk tegen haar te zijn bij ziekte en gezondheid, tot de dood jullie scheidt?
30. Of het nu gaat om persoonlijke problemen, gezinsproblemen, crises in de maatschappij, de gemoedsrust komt naar gelang ons vertrouwen dat Gods eniggeboren Zoon de macht heeft om onze verontruste ziel te troosten.
31. 14 Als ’onze verontrustende gedachten vele worden’, kunnen we ons in een vurig gebed tot Jehovah wenden, en hij zal ons troosten en sterken (Psalm 50:15; 94:19).
32. Meer dan vijfduizend vrijwilligers boden in het kader van Behulpzame Handen van de kerk samen met zendelingen hulp door schoon te maken, te koken en te zorgen voor de getroffenen, en hen te troosten.
33. 35 Later, terwijl het nog dag was, kwam het volk David brood brengen om hem te troosten,* maar hij zwoer: ‘God mag me zwaar straffen als ik voor zonsondergang brood of iets anders eet!’
34. Jezus en zijn volgelingen kregen de opdracht „om uit te roepen het jaar van goede wil van de zijde van Jehovah en de dag der wraak van de zijde van onze God; om alle treurenden te troosten” (Jesaja 61:2).