Nghĩa của từ rund bằng Tiếng Pháp

und [rɵnt] bœuf

Đặt câu có từ "rund"

Dưới đây là những mẫu câu có chứa từ "rund", trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp. Chúng ta có thể tham khảo những mẫu câu này để đặt câu trong tình huống cần đặt câu với từ rund, hoặc tham khảo ngữ cảnh sử dụng từ rund trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp

1. En ze kreunde als een rund.

2. Wie heeft de grootste pik, rund?

3. Ik bloed als een rund.

4. Weet dat rund dan niet hoeveel dit speelgoedje waard is?

5. Ik zal je's wat vertellen, stom rund dat je bent.

6. Ik wil niet opgegeten worden door een gebochelde, uitpuilend, scheel rund.

7. Een gerecht met de naam " krokante rundsreepjes " dat erg krokant is, veel reepjes heeft, maar niet veel rund.

8. 3 Als hij een rund wil aanbieden als brandoffer, moet dat een mannetje zijn zonder gebreken.

9. Dat betekende dat ze tien procent kregen van de opbrengst van het land en de aangroei van het rund- en kleinvee.

10. 7 en de koe en de berin zullen weiden; hun jongen zullen zich tezamen neerleggen; en de leeuw zal stro eten als het rund;

11. Het offerdier kwam uit het rund- of het kleinvee, dat wil zeggen, van reine dieren, en was „gaaf”, zonder gebrek.

12. In de tempel in Jeruzalem werden tweemaal per dag twee lammeren en een rund geofferd voor Caesar en het Romeinse volk.

13. 13 En de koe en de berin zullen weiden; hun jongen zullen zich tezamen neerleggen; en de leeuw zal stro eten als het rund.

14. + 4 De volgende dieren mogen jullie eten:+ het rund,* het schaap, de geit, 5 het hert, de gazelle, de reebok, de wilde geit, de antilope, het wilde schaap en het bergschaap.

15. Heeft hij op de velden rond Bethlehem nagedacht over het vruchtbare land, het rund- en kleinvee, de vogels en „de dieren van het open veld”? — Psalm 8:3-9; 19:1-6.

16. 17 niettemin, tarwe is voor de mens, en maïs voor het rund, en haver voor het paard, en rogge voor het pluimvee en voor de varkens, en voor alle dieren van het veld, en gerst voor alle nuttige dieren, en voor alcoholvrije dranken, alsook ander graan.

17. 15 Jehovah zei verder tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie uiteindelijk in het land komen dat ik jullie geef om er te wonen+ 3 en jullie Jehovah een rund, een schaap of een geit brengen als vuuroffer,+ waarvan de geur aangenaam* is voor Jehovah+ — of het nu gaat om een brandoffer of slachtoffer voor het vervullen van een speciale gelofte, een vrijwillig offer+ of een offer tijdens de periodieke feesten+ — 4 dan moet degene die het offer aanbiedt, Jehovah ook een graanoffer aanbieden van een tiende efa* meelbloem,+ vermengd met een kwart hin* olie.