Nghĩa của từ purper bằng Tiếng Pháp
purper [pɵrpər] pourpre
Đặt câu có từ "purper"
1. Purper = Pads
2. Welke kleur had Jezus’ kleed? Purper of scharlaken?
3. Rood = Drums Blauw = Bas Groen = Snaren Oranje = Leads Purper = Pads
4. Blauw, purper en karmozijn worden in de Bijbel vaak genoemd als kleuren van stoffen.
5. Als ik naar een begrafenis moet, kleed ik me in si klein, turquoise, purper en oranje.
6. De combinatie van pigmenten uit verschillende purperslakken leverde nuances en kleuren op variërend van koninklijk purper tot blauw en karmozijnrood.
7. (Gelach) Als ik naar een begrafenis moet, kleed ik me in si klein, turquoise, purper en oranje.
8. De Feniciërs verhandelden zout, wijn, gedroogde vis, cederhout, dennenhout, metalen voorwerpen, glas, borduurwerk, fijn linnen, en stoffen geverfd met het beroemde Tyrische purper.
9. Dat Hij niet naar de mooiste paleizen ging om [...] Zich te waden in purper (een teken van koningschap) en te baden in luxe, maar naar een nederige stal, is verbazingwekkend.