Nghĩa của từ oppassen bằng Tiếng Pháp

oppassen [ɔpɑsən] surveiller veillersu

Đặt câu có từ "oppassen"

1. Oppassen voor sarcasme.

2. Laat hem oppassen.

3. Jij wilt niet oppassen.

4. Oppassen voor misleiding (17, 18)

5. Oppassen voor bedriegers (7-11)

6. Voor zuur fruit moet men extra oppassen.

7. EMOTIONEEL GELADEN VRAGEN WAARVOOR JE MOET OPPASSEN

8. Christenen moeten oppassen dat ze zich niet isoleren.

9. 2, 3. (a) Waar moeten jongeren voor oppassen?

10. Ook moesten we oppassen voor slangen en krokodillen.

11. Waarom moeten we oppassen voor te veel hoofdpunten?

12. Voor welke vormen van simonie moeten christenen oppassen?

13. Waarom moeten we oppassen voor een onafhankelijke houding?

14. Ware christenen in deze tijd moeten oppassen voor simonie.

15. Ze moet hard zingen en oppassen voor losse handjes.

16. 13 Christenen moeten oppassen voor de zonde van simonie.

17. Timotheüs moest net als elke andere christen oppassen voor hebzucht.

18. Als ik u was, zou ik oppassen met wie ik sprak.

19. Maar ik moet oppassen met wie ik het bed in stap.

20. Dit is hun perceptie waarom je moet oppassen voor afgezonderde indianen.

21. Maar als we niet oppassen, kunnen we zoals het verlepte tomatenplantje worden.

22. Als Jehovah’s aanbidders moeten we oppassen dat we geld niet verkeerd gebruiken.

23. We moeten oppassen dat we die kwestie niet uit het oog verliezen.

24. In welke opzichten moeten ware christenen in deze tijd oppassen voor simonie?

25. Toch beseft hij dat hij moet blijven oppassen voor een geestelijke terugval.

26. We moeten oppassen dat materialisme, corruptie en afvalligheid niet ons leven binnensluipen.

27. We moeten wel oppassen dat we niet hardvochtig, ongevoelig of meedogenloos worden.

28. We moeten oppassen voor dingen die ons van binnenuit vernietigen, groot of klein!

29. Omdat het internet ons zoveel aanbiedt, moeten we oppassen met wat we bekijken.

30. De chauffeurs moesten oppassen voor rovers langs de wegen in de voormalige Sovjet-Unie.

31. Anderzijds moeten wij oppassen dat wij niet de grens tussen persoonlijke waardigheid en arrogantie overschrijden.

32. Nou hebben we een goeie en moet ie nog oppassen dat jij'm niet overhoop schiet.

33. De koning moest oppassen dat prinsen niet zouden samenspannen tegen hem, of met vijanden van Ayutthaya.

34. Een van de eerste hoofdstukken die ze koos was ’Waar moet ik voor oppassen bij games?’

35. 2:4-8, 11). Voor welke ijdele werken moeten we oppassen, en hoe kunnen we dat doen?

36. Muziek is echt een gave van God, maar je moet oppassen dat je die niet verkeerd gebruikt.

37. Toch moest ik oppassen, want veel van mijn collega’s waren erop uit me in de problemen te brengen.

38. Paulus waarschuwde: „Wie daarom denkt te staan, moet oppassen dat hij niet valt” (1 Korinthiërs 10:6-12).

39. Twee onderdelen zijn speciaal afgestemd op jongeren, die ook moeten oppassen voor de boze plannen van de Duivel.

40. Als we niet oppassen, kunnen we ons respect verliezen voor het gezag van degenen die Jehovah heeft aangesteld.

41. Als we over beperkte middelen beschikken, moeten we ervoor oppassen niet verontwaardigd of zelfs verbitterd of afgunstig te worden.

42. Je moet oppassen dat de zonde, die St. Isidore de grootste van alle, noemt alleen de paus die kan vergeven.

43. Natuurlijk moet je oppassen dat je niet te veel aandacht trekt terwijl je op deze manier informeel getuigenis geeft.

44. Waarom moeten we oppassen dat we menselijke meningen en overleveringen nooit de voorrang geven boven Gods Woord? — Mattheüs 15:2-11.

45. 7 Als we op een eenvoudige manier willen onderwijzen, moeten we oppassen dat we een Bijbelstudent niet met informatie overstelpen.

46. Als we niet oppassen, kunnen we in hoogmoed verheven worden nadat we de gewenste zegeningen ontvangen hebben, zoals dat met de Nephieten gebeurde.

47. We moeten oppassen dat we zondig gedrag niet bagatelliseren door de goddelijke oorsprong van de geboden te ondermijnen of weg te wuiven.

48. Wanneer christelijke ouderlingen niet erg oppassen, kunnen zij te zeer worden beïnvloed door familiebanden in plaats van zich door geestelijke beginselen te laten leiden.

49. Toch moeten wij oppassen dat wij onszelf niet toestaan een handelwijze te volgen die leidt tot een patroon van murmureren dat op Gods afkeuring zou kunnen uitlopen.

50. We moeten oppassen dat we niet door een weg die alleen maar juist lijkt, afdwalen van ’de smalle weg die naar het leven voert’. — Mattheüs 7:13, 14.