Nghĩa của từ opbouwen bằng Tiếng Pháp
opbouwen [ɔbɑuwən] charpente
Đặt câu có từ "opbouwen"
1. Z'n leven opbouwen.
2. Door ervaring vertrouwen opbouwen
3. 15 min: „Blijf elkaar opbouwen”.
4. Hoe kunnen gezinshoofden hun gezin opbouwen?
5. Hij zal u opbouwen en leiden.
6. Een goede naam bij God opbouwen
7. Ik moet snel een afstand van haar opbouwen.
8. Als gezin een goed bericht bij God opbouwen
9. Elkaar steunen en opbouwen in onze complementaire rollen
10. Ze wisten dat het langetermijndoel marktdominantie opbouwen was.
11. Je moet ook sterke vriendschappen met anderen opbouwen.
12. Zij willen een voortreffelijke persoonlijkheid in hun kinderen opbouwen.
13. Ik begrijp dat je hier een leven wilt opbouwen...
14. 15 De tong kan dus zowel opbouwen als afbreken.
15. Hier is het Washington, landen die zich opbouwen, ontwikkelen.
16. In wiens ogen moeten we dan een goede reputatie opbouwen?
17. Meer informatie over het opbouwen van een lijst met zoekwoorden.
18. Toch moet je ook zelf een vriendschap met God opbouwen.
19. Stap één, druk opbouwen door alle luchtgaten af te sluiten.
20. Zij willen met hun prediking niet het koninkrijk Gods opbouwen.
21. Zo kan het lichaam er nooit een tolerantie voor opbouwen.
22. U moet uw spieren afbreken, voor u ze kunt opbouwen.
23. Met andere woorden, we kunnen een veilige en rechtvaardige wereld opbouwen.
24. Bovendien zullen we zo ’elkaar blijven vertroosten en opbouwen’. — 1 Thess.
25. De taak ‘opnieuw vertrouwen opbouwen’ is de wereld op zijn kop.
26. Met Google Screened kunnen professionele dienstverleners een betrouwbare online reputatie opbouwen.
27. Schema voor de gemeenteboekstudie uit het boek Een gelukkig gezinsleven opbouwen.
28. Weerbericht zegt dat een zware storm is aan het opbouwen daarzo.
29. Een deel van de schat... zodat zij hun levens weer kunnen opbouwen.
30. Eén manier is het opbouwen en in stand houden van een tijdschriftenroute.
31. De leerling zal geholpen worden een band met Jehovah te gaan opbouwen.
32. Ik wil dat je je concentreert op het opbouwen van de school.
33. Dat is wat wij dus opbouwen van de linkerkant van de rivier.
34. Statische elektriciteit kan zich in de volgende omstandigheden opbouwen en een schok veroorzaken:
35. Verspreid geen verhalen die angst opwekken maar praat over dingen die anderen opbouwen.
36. En toch is dit ook de manier waarop we de hele wereld opbouwen.
37. De bijbel is een praktische gids bij het opbouwen van een gelukkig gezinsleven
38. Met identiteitskapitaal opbouwen, bedoel ik: "Doe iets dat waarde toevoegt aan wie je bent.
39. En in het verleden speelden wonderen een rol bij het ontwikkelen of opbouwen van geloof.
40. 41 En zij bleven nog steeds kerken voor zichzelf opbouwen en die met allerlei kostbaarheden verfraaien.
41. En ik weet dat, meer dan wat dan ook, Hij een agrarische gemeenschap hier wilde opbouwen.
42. Door op reviews te reageren, kunt u een voor iedereen zichtbare relatie opbouwen met uw klanten.
43. Ik sluit me bij jou aan en nu moet ik toezien hoe ze mijn galg opbouwen.
44. Wij moeten helpen en zegenen, verheffen en opbouwen, en angst en wanhoop door hoop en vreugde vervangen.
45. Een huis en een leven opbouwen in dit erbarmelijke en ongastvrije land, vereiste moed, onverschrokkenheid en standvastigheid.
46. Er zijn heel wat manieren waarop je plezier kunt hebben die je zullen opbouwen en niet afbreken.
47. Dit zal ons geloof opbouwen en onze band met hem versterken. — 1 Korinthiërs 10:13; Filippenzen 4:13.
48. De Bijbel zegt weinig over het leven van Habakuk, maar hij schreef een boek dat ons echt kan opbouwen.
49. En in Israel, waar ik vandaan kom, is de meest populaire politieke visie recentelijk: "Laten we de tempel weer opbouwen."
50. 24 Als we naar de vergaderingen gaan, laten we zien dat we van Jehovah houden en onze geloofsgenoten willen opbouwen.