Nghĩa của từ jullie bằng Tiếng Pháp

jullie [jɵli] àvous, vous ta, tien, ton, votre tes vous vous vous

Đặt câu có từ "jullie"

Dưới đây là những mẫu câu có chứa từ "jullie", trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp. Chúng ta có thể tham khảo những mẫu câu này để đặt câu trong tình huống cần đặt câu với từ jullie, hoặc tham khảo ngữ cảnh sử dụng từ jullie trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp

1. Jullie zonen, jullie dochters en jullie ouders worden slaven.

2. Jullie nieuwe vrienden hebben jullie verraden.

3. We hebben al jullie soldaten nodig jullie escortes en jullie zelf.

4. Zijn jullie gescheiden van jullie familie?

5. Amerika, jullie zijn op jullie best.

6. Moeders, houd jullie kinderen bij jullie.

7. Willen jullie deze versierders in jullie team?

8. Jullie Amerikanen staan bekend om jullie wreedheid.

9. Dankzij jullie overwinning zijn jullie hier nog.

10. Ik wil jullie oprecht bedanken voor jullie artikel!

11. Als jullie dat verpesten, vermoord ik jullie allebei.

12. Jullie keuze.

13. Gaan jullie misschien zelf jullie maskers verwijderen?

14. Op jullie allemaal, toen ik jullie verdoofde.

15. Jullie vermoorden jullie eigen prins,..... maar je verwacht wel dat ik jullie vertrouw?

16. Mijn jonge broeders en zusters, wij houden van jullie, bewonderen jullie en bidden voor jullie.

17. Jullie dwazen.

18. Toen jullie bewusteloos waren, heb ik jullie wapens ontmanteld.

19. Jullie delen.

20. Jullie broeders,

21. Ik zie jullie wel weer als jullie terugkomen.

22. Jullie nekken!

23. ’Maar jullie hebben Jeruzalem met jullie leer vervuld.’

24. Waar jullie ook zijn we zullen jullie vinden.

25. Jullie wilden voor God spelen, met jullie experimentje.

26. Hoe kunnen jullie dat in jullie jeugd doen?

27. Luister naar jullie moeder en naar jullie oma.

28. Jullie beide.

29. Gedraag jullie.

30. Toch zeggen jullie dank en buigen voor jullie onderdrukkers.

31. Kijk nou naar jullie, jullie hadden elkaar moeten trouwen.

32. Jullie hebben de laatste mijlpaal van jullie training bereikt.

33. Jullie doen allemaal zo lichthartig over oorlog; jullie weten niet waar jullie het over hebben.

34. Als jullie maar wel weten dat ik jullie ga vermoorden.

35. Geen wonder dat jullie je verzetten, jullie hebben een lijfwacht

36. Ik wil eerst met jullie oefenen terwijl jullie fluiten.

37. Als jullie niet opzij gaan, ga ik jullie inschakelen.

38. Als jullie thuis zijn, maak ik jullie deel over.

39. Ik nek jullie als jullie dat vliegtuig niet starten.

40. De koning en koningin bedanken jullie voor jullie dienstbaarheid.

41. Spaar jullie adem.

42. Blijven jullie eten?

43. Begrijpen jullie luchtbruggen?

44. Waar zijn jullie?

45. Kloppen jullie nooit?

46. Wat doen jullie?

47. Weten jullie wat'herpetologie'betekent?

48. God zegene jullie.

49. Jullie chef in Atlanta wil graag dat jullie terugkomen.

50. Jullie deden alsof jullie volwassen versies van jezelf was.