Nghĩa của từ juistheid bằng Tiếng Pháp

juistheid [jəʏsthɛi˘t] correction exactitude

Đặt câu có từ "juistheid"

1. Hoe zal de juistheid van Gods heerschappij worden aangetoond?

2. Ze betwistten meer in het bijzonder de rechtmatigheid en juistheid van zijn manier van regeren.

3. Als je me vermoord voor ze de juistheid van de informatie kunnen bevestigen, dan schend je de overeenkomst.

4. „De archeologie bevestigt noch de juistheid noch de onjuistheid van de bijbel in afdoende termen, maar ze vervult andere, heel belangrijke functies.

5. Overtuigd van de juistheid van de ordening in groepen, stelde hij het periodiek systeem der elementen op en voorspelde hij nauwkeurig het bestaan van een aantal elementen die destijds nog onbekend waren.

6. Het verslag in Handelingen zegt: „Daar hij vurig van geest was, ging hij spreken en met juistheid onderwijs geven over de dingen die op Jezus betrekking hadden, hoewel hij alleen met de doop van Johannes bekend was.”

7. Voor mij moet je, als je echt de verwondering wil herontdekken, een stap buiten die kleine, doodsbange ruimte van juistheid durven zetten, elkaar aankijken en kijken naar de uitgestrektheid, de complexiteit en het mysterie van het heelal en kunnen zeggen,

8. Voor mij moet je, als je echt de verwondering wil herontdekken, een stap buiten die kleine, doodsbange ruimte van juistheid durven zetten, elkaar aankijken en kijken naar de uitgestrektheid, de complexiteit en het mysterie van het heelal en kunnen zeggen, "Wow, ik weet het niet.

9. Deze had mondeling onderricht ontvangen in de weg van Jehovah, en daar hij vurig van geest was, ging hij spreken en met juistheid onderwijs geven over de dingen die op Jezus betrekking hadden, hoewel hij alleen met de doop van Johannes bekend was.