Nghĩa của từ hen bằng Tiếng Pháp
hen [hɛn] les les poule
Đặt câu có từ "hen"
1. Hij at met hen, genas hen, onderwees hen en gaf hun hoop.
2. Amerika leverde hen wapens, gaf hen geld, gaf hen steun en aanmoediging.
3. Betuttelen wij hen en behandelen wij hen neerbuigend?
4. Boei hen!
5. Ze gaf hen krediet, want ze vertrouwde hen.
6. Egypte zal hen verzamelen+ en Me̱mphis zal hen begraven.
7. Eerst vermoordden ze hen en dan begraven ze hen.
8. Ik noemde hen vaak 'gentlemen' (heren), wat hen deed giechelen.
9. Je onder hen verstoppen alsof je één van hen bent.
10. 10 En het geschiedde dat de Lamanieten hen achtervolgden en hen inhaalden en hen begonnen te doden.
11. Straf hen niet.
12. Gehoorzaamheid beschermde hen.
13. We hebben dieren gedomesticeerd, hen opgesloten, hen gedood als sport.
14. Betover hen eens.
15. Je onderschat hen.
16. 9 En het geschiedde dat zij hen grepen en hen vastbonden en hen in de gevangenis wierpen.
17. Hoogheid, dood hen!
18. Jehovah bespot hen
19. Wij volgen hen die leiden, niet voor hen, maar voor onszelf.
20. Vertel hen wie je bent, vertel hen wie je gestuurd heeft.
21. 25 Maar de koning begaf zich onder hen en onderwees hen.
22. Wat ’hen irriteren’ betekent
23. Hen zichzelf laten bevechten?
24. Vijanden van buiten zullen binnenvallen en hen plunderen en hen gevankelijk wegvoeren.
25. Zorg voor hen, Tusk.
26. Hij zal hen dragen, hen sterken en ontkoming verschaffen. — Hebreeën 6:10.
27. Ontferm u over hen.
28. Ik kan hen vinden.
29. Denk aan hen vast in hen provisies hen mond volproppende met ham en bloedworst en stoofpot, lekker dik worden en germarmerd.
30. Hij had hen ruimschoots van het nodige voorzien en hen goed toegerust.
31. Onder hen vier politieagenten.
32. Ontdek hen, ontdek jezelf
33. Velen van hen zijn aan het werk wanneer verkondigers bij hen thuis aanbellen.
34. De drilsergeant schreeuwt tegen hen, vertelt hen dat ze afschuwelijke dingen moeten doen.
35. (Ze vertrouwden erop dat God voor hen zou zorgen en hen zou beschermen.)
36. (Dat God hen zou bevrijden.)
37. ’Hij voer tegen hen uit’
38. Laat hen nu gerust zijn,
39. Mijn verhaal verzwakte hen geestelijk.
40. Je vader liet hen opzetten?
41. De smokings houden hen tegen.
42. Hierdoor kocht Christus hen allen.
43. hun Koning voert hen aan.
44. Vijf van hen zijn geveild.
45. Ons lot, ligt bij hen.
46. En Jehovah zal hen belonen.
47. Vertel hoe we hen kunnen aanmoedigen, bijvoorbeeld door hen een compliment te geven, positief te spreken over de pioniersdienst, met hen samen te werken in de velddienst, hen uit te nodigen voor een maaltijd of hen tegemoet te komen in reiskosten.
48. God strafte hen door hen te beletten zich opnieuw in menselijke lichamen te materialiseren.
49. De mensen volgen hen, rennen langs de oever en halen hen al snel in.
50. Ze wilden hen volledig trainen.