Nghĩa của từ werpen bằng Tiếng Anh
werpen [wɛrpən] throw
Đặt câu có từ "werpen"
1. Je zou die dag niet eens werpen.
2. Samen kunnen we deze overweldiger omver werpen.
3. " voor de ratten en de vleermuizen werpen. "
4. Laat hij zonder kinderen de eerste steen werpen.
5. Misschien wilt u's een blik werpen op deze vragen.
6. • Hoe kan ons gedrag een bepaald licht op Jehovah werpen?
7. Jehovah blijft voor zijn volk licht werpen op Bijbelse waarheden.
8. Dus de kans op het werpen van even getallen... Dus:
9. Tijgers werpen twee of drie blinde, hulpeloze welpen per keer.
10. En ze verdeelden zijn kleren door het lot te werpen.
11. 14 Ze zouden het lot werpen over de kleding van de Messias.
12. Toen werd het schip lichter gemaakt door de tarwe overboord te werpen.
13. De Nephieten werpen versterkingen op, zijn voorspoedig en behouden hun vrijheden
14. Trouwens, die woorden werpen zelfs licht op wereldgebeurtenissen in deze tijd!
15. Sta me toe om wat licht op het onderwerp te werpen.
16. Hoe zal het programma van het districtscongres licht werpen op de waarheid?
17. Nu gaan ze -- Ze willen drie keer achter elkaar een even getal werpen.
18. Je hoeft maar te buigen... en je aan mijn voeten te werpen.
19. Ik zag hoe glorie een licht kan werpen op de meest abjecte kwetsbaarheden.
20. Het volk van het land dient hem met stenen te werpen totdat hij sterft.”
21. Zij verklaren anderen de oorlog, werpen bommen op kinderen, verschroeien de aarde en veroorzaken hongersnoden.
22. Sommige van deze ontdekkingen werpen licht op enkele van de gebeurtenissen in Jezus’ leven.
23. Dit te beschouwen, kan licht werpen op de vraag hoe ons leven zinvoller en lonender kan worden.
24. Het is gewoon een artiestennaam ontworpen om angst in de harten van m'n tegenstanders te werpen.
25. Bij wijze van vergelding liet hij Daniëls vijanden en hun gezinnen in de leeuwekuil werpen.
26. Dan laat hij de slechte mannen die Daniël uit de weg wilden ruimen, voor de leeuwen werpen.
27. Uiteraard zullen alle pogingen om zulke banden te verscheuren en zulke koorden af te werpen vergeefs zijn.
28. + Maar wanneer je er niet meer tegen kunt, zul je zijn juk* van je nek werpen.’
29. Vijftig jaar geleden luidden de Verenigde Staten het atoomtijdperk in door twee atoombommen op Japan te werpen.
30. Gods oordeelsvoltrekker moest de sikkel naar de aarde werpen als de wijnstok der aarde rijp geworden was
31. □ Hoe werpen werken die Jehovah „ter wille van zijn naam” heeft verricht, veel nut voor ons af?
32. Het volk legde de waarschuwingen naast zich neer en koning Noach liet Abinadi in de gevangenis werpen.
33. Wie zijn „het heerleger van de hemel” en „de sterren” die de kleine horen probeert neer te werpen?
34. Een dam naar het eiland aan te leggen en dan zijn troepen tegen de stad in de strijd te werpen.
35. 18 In zijn brief aan de christenen in Thessalonika werd Paulus gebruikt om licht op de toekomst te werpen.
36. Tracht de kwestie in vragende vorm op te werpen of doe een suggestie waardoor het punt vanzelf ter sprake zal komen.
37. * Wat houdt het in hetgeen heilig is aan de honden te geven of paarlen voor de zwijnen te werpen?
38. „Komt, en laten wij het lot werpen,” zeggen de zeelieden, „opdat wij weten door wiens schuld wij deze rampspoed hebben.”
39. Dan laat hij Sadrach, Mesach en Abednego door de sterkste mannen van zijn leger binden en in de oven werpen.
40. De volgende ochtend verscheen de Heiland en raadde hen aan hun net aan de rechterzijde van het schip uit te werpen.
41. Laten we ‘maar’ en ‘als’ en ‘had ik maar’ vergeten en onze ‘bekommernis op de Here’ werpen.5 Dat moeten u en ik doen.
42. Hij ging naar binnen zonder ook maar een blik te werpen op zijn eigen voortuin, die geel zag van de honderden paardenbloemen.
43. Dus er is een -- 3 uit 6 is het zelfde als 1/ 2 -- halve kans op het werpen van een even getal.
44. Niettemin worden wij van alle kanten bestormd met verleidingen om nieuwsgierige blikken te werpen in „de ’diepe dingen van Satan’”. — Openbaring 2:24.
45. God spoort hen aan hun bezorgdheid op hem te werpen, zich te vernederen en hun standpunt tegen Satan de Duivel in te nemen.
46. Ze zijn afhankelijk van hun moeders die wormen in hun bekken werpen twee jaar lang, wat een eeuwigheid is in het leven van een vogel.
47. ‘een tijd om te zoeken en een tijd om verloren te laten gaan, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te werpen.’
48. 22 Zie, Ik zal haar in de hel werpen en hen die overspel met haar plegen in grote verdrukking, tenzij zij zich bekeren van hun werken.
49. ‘Toen [Jezus] nu langs de zee van Galilea ging, zag Hij twee broeders, Simon, die Petrus genoemd wordt, en Andreas, diens broeder, een net in zee werpen; want zij waren vissers.
50. De bijbel vertelt dat woedende joden uit Nazareth eens probeerden Jezus van „de vooruitspringende rand van de berg waarop hun stad was gebouwd” te werpen zodat hij zou sterven (Lukas 4:29).