Nghĩa của từ doen samenklonteren bằng Tiếng Anh
doen samenklonteren [dunsaməŋklɔntərən] agglomerate
Đặt câu có từ "doen samenklonteren"
1. Als Jehovah ze kantelt, kan er zo veel regen uitstromen dat het stof modder wordt en de aardkluiten samenklonteren.
2. Boos meisje wil doen wat zij doen.
3. Als zij niets doen, doen wij ook niets.
4. Doen maar.
5. Sociaal doen.
6. Verwaand doen.
7. Niet doen.
8. Dat doen ouders.
9. Wie doen het?
10. Wat te doen?!
11. Blijf stoer doen.
12. Ze doen straatspelletjes.
13. Waarom moeite doen?
14. Even open doen.
15. Een aanzoek doen?
16. Niet zielig doen.
17. Da's te doen.
18. Wat doen jullie?
19. “Jehovah zal geen goed doen en hij zal geen kwaad doen.”
20. Stuwraketten doen het weer.
21. Wat doen ze dan?
22. Waarom doen we dat?
23. Ik ga het doen.
24. Ik moet bah doen!
25. We doen rustig aan.