Nghĩa của từ bankier bằng Tiếng Anh
bankier [bɑŋkir] banker, bankmanage
Đặt câu có từ "bankier"
1. Ik had bankier moeten worden.
2. Ik ben een bankier.
3. Een of andere grote bankier.
4. Hij kende een Zwitserse bankier in Genève.
5. Het lijkt erop dat je bankier iets meer overtuiging nodig heeft.
6. Ik heb tien werkvergunningen voor de Deutsche Emailwarenfabrik. Getekend door Mr Bankier en mijzelf.
7. Het geld stroomde binnen en voor't eerst verruilde de bankier de countryclub voor de stripclub.
8. Ik heb nog nooit een bankier zo bereid gezien om zijn handen vuil te maken.
9. Generaal Matsui Iwane werd een kunstverzameling ter waarde van 2 000 000 dollar gegeven die gestolen was van een Chinese bankier.