Nghĩa của từ bankroet gaan bằng Tiếng Anh
bankroet gaan [bɑŋkrutxan] bebankrupt, gobroke
Đặt câu có từ "bankroet gaan"
1. Niet te verbazen dat zijn zaak bankroet is.
2. De stad Sodom, waar Lot met zijn gezin woonde, was materieel welvarend maar moreel bankroet.
3. Mijn christelijke identiteit zou snel achteruitgaan en mijn geloof in God zou verzwakken: ik zou op een geestelijk bankroet afstevenen.”
4. Laten gaan... Wat laten gaan?
5. Laat hem gaan, laat hem gaan!
6. Naar buiten gaan en in het gras gaan liggen.
7. Daar gaan we.
8. Team, gaan groen.
9. We gaan zegevieren.
10. We moeten gaan.
11. Natuurlijk gaan we.
12. Niet gaan rennen.
13. We gaan, Smurfen.
14. We gaan eraan.
15. Anderen zijn gaan pionieren of gaan meehelpen bij theocratische bouwprojecten.
16. Als de olieprijzen omhoog gaan, gaan de energie- octrooien omhoog.
17. We gaan morgenvroeg.
18. Gaan we ruziën?
19. Laat het gaan.
20. We gaan vissen.
21. Ze gaan stinken.
22. Ze gaan langzamer.
23. Commodityprijzen gaan zo.
24. Blijf oostwaarts gaan.
25. Ze gaan ervandoor.