Nghĩa của từ trots zijn bằng Tiếng Pháp
triomphe
Đặt câu có từ "trots zijn"
1. Indrukwekkend, trots.
2. Uw trots prijsgeven
3. Zoals ijdelheid? Of trots?
4. Ik heb geen trots.
5. Biggles was trots geweest.
6. De hoofdverpleegster zei trots:
7. Wees er trots op.
8. Ik ben zo trots.
9. Niet voor jouw trots.
10. Ik ben trots op jullie.
11. Zeg hoe trots je was.
12. totaal verblind door hun trots.
13. Ik zal jullie trots maken.
14. Je moet gewoon trots rondlopen.
15. Misschien ben je niet trots.
16. Een paar dollar, m'n trots.
17. Iedereen is trots op je
18. Je trots wordt je ondergang.
19. Je trots is zeker gekrenkt?
20. Je schutter was trots geweest.
21. Ik ben er trots op.
22. Ik ben trots op je.
23. Daar mag je trots op zijn.
24. De gebeurtenissen riekten naar trots, hoogmoed.
25. Daar ben ik niet trots op.