Nghĩa của từ telefoon bằng Tiếng Pháp

telefoon [teləfon] téléphone

Đặt câu có từ "telefoon"

Dưới đây là những mẫu câu có chứa từ "telefoon", trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp. Chúng ta có thể tham khảo những mẫu câu này để đặt câu trong tình huống cần đặt câu với từ telefoon, hoặc tham khảo ngữ cảnh sử dụng từ telefoon trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp

1. Klote oudjes telefoon.

2. Arthurs telefoon krijgt updates.

3. De telefoon gaat over.

4. Je telefoon wordt afgeluisterd.

5. Gaat je telefoon over?

6. De telefoon is kapot.

7. Niet met deze telefoon.

8. De telefoon ging uit

9. Geef mij de telefoon.

10. Omdat de telefoon niet werkt.

11. Er is telefoon voor u.

12. Bedankt voor de telefoon knapperd.

13. Oh, dat is een telefoon.

14. Abby tapt deze telefoon af.

15. Als je je telefoon wilt herstellen, moet de telefoon Android 7.1.1 of hoger hebben.

16. U kunt bepaalde opties op uw Android-telefoon anders instellen dan op uw oude telefoon.

17. is uw telefoon buiten werking?

18. Ben je aan de telefoon?

19. Die telefoon is haar waarborg.

20. Nolan, zet je telefoon aan.

21. Ik heb de telefoon ernaast gelegen.

22. Je klonk eerder paniekerig aan telefoon.

23. Vera Buckley naar de witte telefoon.

24. Dat zeggen ze aan de telefoon.

25. Rebecca, je opa aan de telefoon.

26. Breng de telefoon naar het zwembad.

27. De eerste telefoon gaf geen kiestoon.

28. En dat met een eenvoudige telefoon.

29. Ben ik op de grote telefoon?

30. Of ze staarden naar hun telefoon.

31. Op een fluisterstem aan de telefoon?

32. De FBI luistert haar telefoon af.

33. Ga voorzichtig met je telefoon om.

34. Pak je telefoon en ga bellen!

35. Daarom mijden veel activisten de telefoon.

36. Je telefoon is geen simpel hulpstuk.

37. Pak je telefoon en maak foto's.

38. Mijn telefoon zegt waar hij is.

39. Kon je de telefoon niet beantwoorden?

40. Niets bruikbaars op haar telefoon, Harold.

41. Ken je die telefoon app,'Amore'?

42. Als je het geluid van de telefoon niet hebt gedempt, gaat de beltoon over en trilt de telefoon.

43. De telefoon en radio doen het niet.

44. Pak de telefoon en schreeuw tegen me.

45. Die kut-agent heeft m'n telefoon getapt.

46. En toen heb je m'n telefoon gesloopt.

47. Een wifi-netwerk van uw telefoon verwijderen:

48. Tory keek nog eens naar die telefoon.

49. Mijn mobiele telefoon ligt in jouw handschoenenvakje.

50. Zei hij nog iets over de telefoon?