Nghĩa của từ taak bằng Tiếng Pháp
taak [tak] devoir, tâche
Đặt câu có từ "taak"
1. Mijn taak is voorbij.
2. Dit is niet jullie taak.
3. Dat is een eerzame taak.
4. Maak een nieuwe taak aan
5. Die taak werd uitgevoerd door burgerpiloten.
6. M'n taak is dit gezin beschermen.
7. En training voor de primaire taak.
8. Onze taak is de kinderen opvoeden.
9. Jezus nam deze ondergeschikte taak op zich.
10. Kerkleiders helpen de ouders bij deze taak.
11. Arthur Seyss-Inquart neemt zijn taak over.
12. Dat was de taak van'n werktuigkundige.
13. Het bleek geen makkelijke taak te zijn.
14. Kun je Philip geen andere taak geven?
15. Een zorgzame vader met een belangrijke taak
16. Hoe rustte Jehovah Mozes toe voor zijn taak?
17. Alma vervult zijn taak om bekering te prediken
18. Wat is de voornaamste taak van een CIA agent?
19. Daarna werden bisschoppen en ringpresidenten gemachtigd voor die taak.
20. Het is niet je taak om iemand te bekeren.
21. 30 miljoen mensen bespioneren hoort niet bij mijn taak.
22. Als het je taak is te dansen, ga dansen.
23. De moeilijke taak een vierling groot te brengen
24. Het was zijn taak de keizer te adviseren.
25. Het is zijn taak onkruid te wieden in de tuin.
26. Vaders en moeders moeten inzien hoe belangrijk hun taak is.
27. Het is mijn taak ons bloed puur te houden.
28. Nou, heren, er ligt een taak op ons te wachten.
29. Ze kan zich richten op het pakgedeelte van haar taak.
30. Mathieus hersenscans laten zien dat compassie geen vervelende taak is.
31. Fijne motoriek is nodig om zo'n delicate taak te vervullen.
32. Het is uw taak hen tot bekering te helpen komen.
33. Laten we wat harder werken aan onze taak als ouders.
34. Ik heb een taak voorje die erg belangrijk klinkt.
35. Dit is het huidige percentage van de voltooide taak
36. Zijn efficiënte vernietigingsmachine leek alleszins tegen die taak opgewassen.
37. Kan een machine haar taak ook uitvoeren met extreme fysieke schade?
38. De muis krijgt de taak om de kaas te controleren.
39. Iedere algemeen autoriteit heeft tot taak een zendeling te zijn.
40. Dát is een positieve, gezamenlijke taak, die je douche ver overstijgt.
41. Ik weet dat in een oorlog mijn taak niet veel voorstelt.
42. Je komt het lab binnen en ziet deze geautomatiseerde taak.
43. Voor deze taak was eveneens veel geduld en volharding nodig.
44. Jezus had een speciale taak voor zijn discipelen in gedachten.
45. Je hebt je taak door het slijk gehaald en daarmee ook jezelf.
46. Het voorlezen van de ochtendmededelingen was een belangrijke taak op Josies school.
47. Enkele botanische tuinen hebben zich het behoud van soorten tot taak gesteld.
48. De taak ‘opnieuw vertrouwen opbouwen’ is de wereld op zijn kop.
49. Maar alleen omdat je jouw taak met grote efficiëntie hebt uitgevoerd.
50. Als een huisvader ouderling is, waar ligt dan zijn voornaamste taak?