Nghĩa của từ schoonouders bằng Tiếng Pháp
schoonouders [sxonɑudərs] beaux‐parents
Đặt câu có từ "schoonouders"
1. Welke goede eigenschappen hebben mijn schoonouders?
2. (121) De ouders en schoonouders van C.
3. Ik had een speciale installatie als eerbetoon voor mijn schoonouders.
4. Na de brand trokken we in bij mijn schoonouders.
5. ‘Vrienden kun je kiezen, maar je schoonouders niet’, zegt James.
6. Het is duidelijk dat problemen met schoonouders spanningen in een huwelijk kunnen veroorzaken.
7. Waarom bemoeien sommige schoonouders zich met het leven van hun getrouwde kinderen?
8. Een voorbeeld hiervan ziet men in India, waar een vrouw misschien inwoont bij de familie van haar man en onder leiding van haar schoonouders in het huis werkzaam is.