Nghĩa của từ persoon bằng Tiếng Pháp

persoon [pərson] personnage, personne individu

Đặt câu có từ "persoon"

Dưới đây là những mẫu câu có chứa từ "persoon", trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp. Chúng ta có thể tham khảo những mẫu câu này để đặt câu trong tình huống cần đặt câu với từ persoon, hoặc tham khảo ngữ cảnh sử dụng từ persoon trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp

1. Ziek persoon

2. En die persoon- Die persoon geeft niet op.

3. De mate van lactose-intolerantie varieert van persoon tot persoon.

4. Een indrukwekkend persoon.

5. Bij één persoon.

6. Bitcoins worden direct verstuurd, van persoon naar persoon, via het internet.

7. In hoogst eigen persoon.

8. Ik ben geen impulsief persoon.

9. Een integer persoon is betrouwbaar.

10. 5 Is God een persoon?

11. Pest een zwakkere persoon nooit.

12. Dat maakt je simpelweg een persoon.

13. Geen enkel begon met één persoon.

14. Was David louter een fictief persoon?

15. Hij was een zuinige, rationele persoon.

16. Behandel elk als een afzonderlijke persoon

17. Nummer drie: gemiddelde kosten per persoon.

18. Je bent een erg onbeschoft persoon.

19. Is de persoon in kwestie trots?

20. En Stefanus zag geen derde persoon.

21. Je bent zeker een ziek persoon

22. Dat ik een super marathon persoon ben?

23. Door die persoon beter te leren kennen.

24. Deze persoon heeft ook het geslacht beschreven.

25. De vriendelijkste persoon ik ooit heb gekend.

26. Probeerde die persoon je bewust te kwetsen?

27. De naam van iedere persoon in Westeros?

28. Deze persoon is altijd zeer goed ingelicht.

29. Bespreek de zaak rustig met de persoon.

30. De persoon voelt zich minder geremd, vrijer.”

31. Ben jij een punctueel en betrouwbaar persoon?

32. De laatste persoon die ik wil zien.

33. Bijvoorbeeld: een begeleidingshond voor een blinde persoon.

34. Het aantal smaakknoppen kan van persoon tot persoon aanzienlijk uiteenlopen en zo dus van invloed zijn op de smaak.

35. kinderen van een overspelig persoon en een prostituee:

36. Hoe weet je of die persoon goed is?

37. De persoon voor je heeft wanhopig hulp nodig.

38. maar een ijverig persoon* krijgt meer dan genoeg.

39. Stem je aanbieding af op iedere afzonderlijke persoon.

40. Ziet de persoon er gelukkig uit of bedroefd?

41. God is een persoon en heeft een naam.

42. Een betrouwbaar persoon is trouw aan zijn huwelijkspartner.

43. Even uit nieuwsgierigheid, is de persoon een traumaslachtoffer?

44. Het is niet de schuld van een persoon.

45. " Hij was geen erg zorgvuldig persoon als wiskundige.

46. Het was toch een klus voor één persoon?

47. Moedig de persoon aan het boek te lezen.

48. King is een politiek en immoreel corrupt persoon.

49. Ik word een belangrijk persoon in deze stad.

50. Ten derde, de gemiddelde kosten per persoon verlagen.