Nghĩa của từ onwetend bằng Tiếng Pháp
onwetend [ɔnwetənt] ignorant, ignare
Đặt câu có từ "onwetend"
1. Circassians zijn onwetend, en bijgelovig.
2. Ik ben bijna net zo onwetend als Jack.
3. De werkende klasse bleef over het algemeen onwetend.
4. Ze is te jong, te eigenzinnig, te... te onwetend!
5. Voor vorm was ik storm, blind, onwetend -- nog steeds.
6. Het zinneloze en verdraaide vuil. Zo onwetend genoeg om serieus te zijn.
7. * Laat wie onwetend is wijsheid leren door zich te verootmoedigen, LV 136:32.
8. 8 We zijn niet onwetend van Satans bedoelingen omdat de bijbel onthult van welke basistactieken hij zich bedient (2 Korinthiërs 2:11).
9. De president zei dat het hof geen bijval zou verlenen aan de in medische kringen heersende paternalistische ethiek van „Shirashimu bekarazu, yorashimu beshi”,* wat „Houd ze onwetend en afhankelijk” betekent.
10. Maar in Jezus’ tijd werd de term gebruikt om mensen te brandmerken die als onwetend op het gebied van de mozaïsche wet werden bezien of die zich niet tot in de kleinste details aan de rabbijnse tradities hielden.
11. „Maar deze mensen”, zo vervolgt Petrus, „zullen, net als redeloze dieren, die van nature geboren zijn om gevangen en vernietigd te worden, in de dingen waarvan zij onwetend zijn en schimpend spreken, . . . ook de vernietiging ondergaan.” — 2 Petrus 2:10-13.
12. Een beetje grover de natuur niet zou hebben gedragen de stam, het zou zijn moest komen het reine met zichzelf - met een zucht, met een grom, of zelfs met een schaterlach, een nog steeds grovere een zou zijn gebleven invulnerably onwetend en volledig oninteressant.