Nghĩa của từ indruk bằng Tiếng Pháp
indruk [indrɵk] effet, impression impressio
Đặt câu có từ "indruk"
1. Bedrijfsleiders zijn onder de indruk
2. Waarom wilt u daarmee indruk maken?
3. Verscheidene geleerden waren onder de indruk.
4. De directeur was onder de indruk.
5. Die woorden maakten diepe indruk op me.
6. Dus ik heb wel indruk gemaakt.
7. Je dochter is nooit onder de indruk.
8. Je bent snel onder de indruk, Ramon.
9. Futura maakt een efficiënte en heldere indruk.
10. Volgens sommigen wekken bepaalde Bijbelgedeelten die indruk.
11. Moet ik nu kwijlend onder de indruk zijn?
12. Hij was onder de indruk van hun gedrag.
13. Ik was onder de indruk van zijn brief.
14. Scott is onder de indruk, maar Alan niet.
15. 1 Welke indruk heb jij van de apostel Paulus?
16. Om je te helpen indruk te maken.
17. Je dochter is nooit onder de indruk
18. Langskomen, proberen indruk op me te maken?
19. Je maakt geen indruk als miskend kunstenaar.
20. Ongekamde haren kunnen een slechte indruk achterlaten.
21. Ik was onder de indruk van dit grote voorrecht.
22. Geleerde is onder de indruk van de Nieuwe-Wereldvertaling
23. Ik wil niet dat je de verkeerde indruk krijgt.
24. Koning Lamoni is onder de indruk van Ammons getrouwheid
25. En Duitsers zijn onder de indruk van echte Siegfrieds.
26. * Wat maakt in deze teksten de meeste indruk op jullie?
27. Deze beelden en geluiden zijn indruk wekkender dan gesproken woorden.
28. Ik was diep onder de indruk en nederig gestemd.
29. Het was een voorstelling die indruk op mij maakte.
30. * Simon zag dit en was diep onder de indruk.
31. Jammer dat jullie eerste indruk van hem slecht is.
32. De jonge Frans-Canadees maakt indruk tijdens zijn debuut.
33. Heeft de volharding van de ouderen indruk op u gemaakt?
34. Wat was jouw indruk van de oude hoofdstad?
35. ‘De mensen waren onder de indruk van hoe ik veranderde’
36. Wij willen niet de indruk wekken dat wij woonwijken „bestormen”.
37. Toen ze vertrokken, was ik onder de indruk van hun vertrouwen.
38. U sloeg ze, maar het maakte geen indruk op ze.
39. Zijn argumenten maakten indruk op hen, en ze wilden meer horen.
40. Of misschien waren ze onder de indruk van zijn mooie uiterlijk.
41. Het maakt indruk als gewone mensen een beroemdheid kennen.
42. Ik was ook onder de indruk van de andere Getuigen daar.
43. Het is logisch dat Boaz onder de indruk was van Ruths zelfopoffering.
44. Ik heb de indruk dat Rincon niet meer zo gewild is.
45. Hoe kan het gedrag van jonge Getuigen indruk maken op anderen?
46. Hij was onder de indruk van de sfeer van oprechte liefde.
47. Maak een goede eerste indruk met een afbeelding van hoge kwaliteit.
48. 43 Iedereen was diep onder de indruk van Gods grote macht.
49. Hoewel hoge en verheven dingen — zoals dat beeld, en ook obelisken, kerktorens en wolkenkrabbers — diepe indruk op mensen kunnen maken, is God er niet van onder de indruk.
50. Je trouw blijft indruk op me maken, Al Sah-hem.