Nghĩa của từ huilen bằng Tiếng Pháp

huilen [həʏlən] aboyer hurler pleure

Đặt câu có từ "huilen"

Dưới đây là những mẫu câu có chứa từ "huilen", trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp. Chúng ta có thể tham khảo những mẫu câu này để đặt câu trong tình huống cần đặt câu với từ huilen, hoặc tham khảo ngữ cảnh sử dụng từ huilen trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp

1. Wolven huilen.

2. Stop met huilen.

3. Moest hij huilen?

4. ‘en met vasten,+ huilen en jammeren.

5. Luister, hoor je die krekels huilen?

6. Vaak moest ik huilen.

7. Ik begon te huilen.

8. Ik begin te huilen.

9. Huilen heeft geen zin.

10. Chandler gaat zo huilen.

11. Als ik wilde huilen, ging ik ergens heen of zocht ik een vriendin op om uit te huilen.

12. Als je Ha Ni laat huilen dan zal ik je bloed laten huilen.

13. Overweldigd door verdriet begon ze te huilen.

14. Schouder om op te huilen.

15. Toms vader moest zelfs huilen.

16. De dame begon te huilen.

17. Huilen kan ook aanstekelijk zijn.

18. Hoe vaak zou je huilen?

19. Je maakt haar aan het huilen.

20. Ik kon niet stoppen met huilen

21. Jullie zullen niet rouwen of huilen.

22. en zijn voren samen zouden huilen,

23. Met het reizen of het huilen?

24. Ik zal huilen als een jakhals

25. Plotseling begon de patiënt te huilen.

26. Ineens was iedereen aan het huilen.

27. Laten we gaan huilen naar de maan.

28. Als je gaat, dan ga ik huilen

29. Er zijn mensen aan het huilen.' Ze kwam en las de tekst en ze begon ook te huilen.

30. Ben je aan het lachen of huilen?

31. Zowel sterken als zwakken huilen van verdriet.

32. Eerste regel bij de politie. Niet huilen.

33. Krokodillen huilen terwijl ze hun prooi verscheuren.

34. Kolya... niemand mag huilen in deze kamer.

35. Ik denk niet dat iemand bij hun graven komt huilen.

36. Hij bracht een juf aan het huilen met wat stopverf.

37. Een meisje zit te huilen, alsof we bij Ophra zijn.

38. „Ik moest huilen toen ik het las”

39. Er gaat er altijd wel een huilen.

40. Ik voelde me alleen en moest vaak huilen.

41. Nou, baby's doen alsof ze huilen, wachten om te zien wie er komt en gaan dan weer door met huilen.

42. Door mijn vingers leerde ik lachen en huilen.

43. Ze is alleen aan het drinken en huilen.

44. Ik kan je niet tegenhouden, maar ze huilen.

45. „Maar ik vond het moeilijk om te huilen.

46. Je vazalkoningin zal huilen tot ze je terugziet.

47. Hij sloeg zijn armen om me heen en begon te huilen.

48. Opeens hoorde ik mijzelf huilen en zeggen: ‘Bisschop, bent u dat?

49. Maar we hebben wel ingezet op wanneer die vent in huilen uitbarst.

50. Zodra Ui de deur uitloopt, stopt Iris met huilen.