Nghĩa của từ grootheid bằng Tiếng Pháp

grootheid [xrothɛi˘t] grandeur quantité

Đặt câu có từ "grootheid"

Dưới đây là những mẫu câu có chứa từ "grootheid", trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp. Chúng ta có thể tham khảo những mẫu câu này để đặt câu trong tình huống cần đặt câu với từ grootheid, hoặc tham khảo ngữ cảnh sử dụng từ grootheid trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp

1. en zijn majestueuze grootheid,

2. Jehovah’s grootheid is ondoorgrondelijk

3. • Waaraan mat Jezus grootheid af?

4. Beschrijf de grootheid van de Babylonische wereldmacht.

5. U hebt eigen wapens nodig, uwe grootheid.

6. ‘Geef grootheid aan onze God!’ heeft Mozes gezegd.

7. Grootheid door te dienen met liefde als motief

8. Hoe de christelijke kijk op grootheid te verwerven

9. Zulke gebeurtenissen getuigen van Jehovah’s waardigheid en grootheid.

10. De sterrenstelsels van het heelal getuigen van Jehovah’s grootheid

11. Ik zal je zeggen, ik was een grootheid in vloeistofdynamieken.

12. Vanaf de zee* zullen ze de grootheid van Jehovah verkondigen.

13. En alleen zijn Getuigen maken zijn grootheid aan de naties bekend.

14. Maar mijn zorg is de grootheid van Republiek van Florence.

15. 3. (a) Wat is een criterium voor het beoordelen van iemands grootheid?

16. 20, 21. (a) In verband met welke eigenschappen verheerlijkt Psalm 145:7-9 Jehovah’s grootheid?

17. In de wetenschap is een natuurkundige constante een fysische grootheid waarvan de waarde niet verandert.

18. Hoewel dit een triest einde is, doet dat niets af aan de grootheid van Jeanne.

19. De verzen 7 tot en met 9 verheerlijken Gods grootheid door zijn morele eigenschappen ter sprake te brengen.

20. Wat deed Nebukadnezar ten behoeve van Babylon, en wat gebeurde er toen hij zich op de grootheid ervan beroemde?

21. En zij gingen en bogen zich voor de koning alsof zij hem eer wilden bewijzen wegens zijn grootheid.

22. Vervolgens gewaagde Daniël van de grootheid van Nebukadnezar, een koning die zo machtig was geweest dat hij had kunnen doden, slaan, verheffen of vernederen wie hij maar wilde.

23. 27 Het koninkrijk, de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel werden aan het volk van de heiligen van het Opperwezen gegeven.

24. 9 Getuigend van de grootheid van het Medo-Perzische Rijk spreekt de bijbel over Darius’ opvolger, Xerxes I, als „de Ahasveros die van India tot Ethiopië als koning over honderd zevenentwintig rechtsgebieden regeerde” (Esther 1:1).

25. Toen de jonge Jakob ‘ellende en veel smart’ doorstond door het gedrag van andere familieleden, verzekerde vader Lehi hem: ‘Toch (...) kent gij de grootheid Gods; en Hij zal uw ellende tot uw welzijn heiligen’ (2 Nephi 2:1–2).

26. Over Jehovah en zijn superieure positie wordt in 1 Kronieken 29:11, 12 gezegd: ‘Van u, o Jehovah, is de grootheid en de macht en de luister en de voortreffelijkheid en de waardigheid; want alles in de hemel en op de aarde is van u.