Nghĩa của từ gezellig bằng Tiếng Pháp
gezellig [xəzɛləx] intime
Đặt câu có từ "gezellig"
1. Ergens gezellig...
2. Gezellig... dolle pret.
3. Weer een gezellig etentje?
4. We zitten gezellig te praten.
5. We zaten gezellig te praten.
6. Vind je het niet gezellig met mij?
7. Het zal hier best gauw gezellig gaan worden.
8. Normaal zou ik gezellig even kletsen, maar het zit zo:
9. Laten we elkaars haren vlechten en gezellig over jongens kletsen.
10. Ik kan me niet voorstellen dat hij gezellig over z'n gezin praat.
11. De massamedia laten zich lovend over het feest uit; het publiek vindt het gewoon gezellig.
12. Die lui van die sekte in Dan Diego met hun gympen, die gingen gezellig samen dood.
13. En stelt u zich eens voor hoe gezellig het kan zijn om samen muziek te maken.
14. Stel dat ze liever niet willen dat je naar een bepaald feestje of een gezellig avondje gaat.
15. 18 Veel christelijke huwelijksvoltrekkingen worden gevolgd door een gezellig samenzijn: een feest, een maaltijd of een receptie.
16. Jehovah’s Getuigen in deze tijd hebben soms ook sociale bijeenkomsten, zoals huwelijksrecepties of picknicks of een gezellig avondje.
17. De feeën begonnen aan hun taak om Aurora op te voeden in een gezellig, klein huisje in het bos.
18. De deuren en ramen van die huizen kwamen uit op de binnenplaats, die vaak het centrum was van de dagelijkse bezigheden, zoals koken, bakken, koren malen, gezellig bij elkaar zijn en eten.