Nghĩa của từ geschenk bằng Tiếng Pháp
geschenk [xəsxɛŋk] cadeau, do
Đặt câu có từ "geschenk"
1. Een rustige wandeling is een geschenk.
2. 'Zorg dat het geschenk bezorgd wordt'.
3. Nadien krijgen ze hun geschenk.
4. 14 Een heimelijk geschenk beteugelt woede+
5. Een gelukkig gezinsleven — Een prachtig geschenk
6. Snel maakten we gebruik van dit geschenk.
7. Hij zou een geschenk meenemen uit de hoofdstad.
8. Ik wil u een geschenk geven
9. Waardering tonen voor Gods grootste geschenk
10. De losprijs: Een ‘volmaakt geschenk’ van de Vader
11. Waarom moeten ouders hun kinderen als een geschenk bezien?
12. Jezus’ offer is Jehovah’s geschenk aan jou.
13. Kinderen zijn een kostbaar geschenk van God
14. Daarom beschouw ik haar geschenk als't ultieme.
15. En de losprijs was op nog een manier een geschenk.
16. De betekenis van het woord begiftiging is ‘gave’ of ‘geschenk’.
17. Maar ik zag hoe jullie dat geschenk vertrapten.
18. Meester Huo. Dit is een geschenk van mijn meester.
19. Honing — Het geschenk van de bij aan de mens
20. En het geschenk van de dood van je zoon.
21. Uw zoon is geboren met een geschenk van God.
22. Zo’n gevecht werd een munus, of „geschenk” (meervoud: munera) genoemd.
23. ‘Een geschenk voor Jehovah’ (15 min.): Bespreking door een ouderling.
24. Een geschenk uit de hemel, dat onze grootste krijger wordt.
25. „Elke goede gave en elk volmaakt geschenk komt van boven”
26. Seks is een geschenk van God voor getrouwde mensen.
27. + Ze behandelden hem met minachting en brachten hem geen geschenk.
28. Uit weerzin tegenover haar uiterlijk bespotte hij't geschenk en joeg haar weg.
29. Als we anoniem geven, krijgt het geschenk een grote mate van heiliging.’
30. Ik zag het boekje als een geschenk van president Heber J.
31. Dat geschenk zullen miljoenen mensen in de wereld nooit ervaren.
32. In zo’n geval is het geven van een geschenk omkoperij.
33. ONS gehoorvermogen is een geschenk om zuinig op te zijn.
34. Mijn man en ik dankten de Heer elke dag voor dit kostbare geschenk.
35. zullen degenen die mij smeken, mijn verstrooide volk,* mij een geschenk brengen.
36. De schoonheid van de natuur is een geschenk dat waardering en dankbaarheid cultiveert.
37. Toen ik thuiskwam uit Irak gaf m'n broer me deze jeans als geschenk.
38. In plaats daarvan geeft hij ons „elke goede gave en elk volmaakt geschenk”.
39. 5 Bezie je jeugdjaren als een geschenk van God, en dat zijn ze ook.
40. Dat geschenk — de kennis die in Gods Woord staat — wordt vergeleken met „verborgen schatten”.
41. Ten tweede voelde ik aan dat er geen verplichtingen aan het geschenk verbonden waren.
42. Onze hemelse Vader had hen een allesovertreffend geschenk aangeboden, maar zij hadden het geweigerd.
43. Een geschenk van onze wapenbroeders in Quinsai voor de kroning van de keizer.
44. Daarom zou deze oudere broer van jou... een geschenk aan jou willen geven.
45. God heeft het geschapen als een geschenk aan u, en het is wonderbaarlijk!
46. „Een geldstuk” van elke bezoeker was daarom waarschijnlijk meer dan een symbolisch geschenk.
47. „DE MENSELIJKE spraak is een geheim; ze is een goddelijk geschenk, een wonder.”
48. De hele voorziening van de losprijs was dus een geschenk van God.
49. Algemene zoekwoorden zoals 'koekjes' of 'geschenk' zijn veel te algemeen en daardoor waarschijnlijk niet effectief.
50. Het bureau was een geschenk van koningin Victoria aan president Rutherford B. Hayes in 1880.