Nghĩa của từ duif bằng Tiếng Pháp

duif [dəʏf] colombe, pigeon pigeo

Đặt câu có từ "duif"

1. Het is gerookte duif.

2. Waarom de duif, Cesare?

3. Dit is een klassieke oplichterij die de vallende duif heet, en ik was de duif.

4. Sansa, kom hier, kleine duif.

5. Ik weet dat je geen duif bent.

6. Kun je er een duif op koken?

7. Ik heb een vrij grote duif gezien.

8. Alles wat mijn lieve, kleine duif verlangt.

9. De beroemdste duif was Cher Ami.

10. Dus laat een besneeuwde duif Trooping met kraaien

11. Vreemd dat ze niks gezegd heeft over die duif.

12. Het hondje en de duif zijn een flop.

13. U zou mij een duif kunnen verkopen.

14. En nu praat ik tegen een duif.

15. Duif ging, zonder te letten op haar, " maar die slangen!

16. Maar ik denk... dat het meer rook is dan duif.

17. 11 Efraïm is als een domme duif, zonder verstand.

18. ZIE je die duif boven het hoofd van die man?

19. „Mijn duif” was daarentegen een uitdrukking van genegenheid (Hooglied 5:2).

20. Vergelijk hem met een bekende vogel — mus, merel, duif of havik.

21. Als ze erachter komen dat ik nog geen duif kan doden...

22. De paddestoelen werden geserveerd met de kwartel, niet de duif.

23. Ze denken: die kerel met die duif, die werkt daar zeker al jaren mee.

24. + Daarom stak hij zijn hand uit en haalde de duif weer in de ark.

25. word als een duif die nestelt in de wanden van een ravijn.”’

26. En de ring had best door een duif aan je vinger geschoven kunnen worden?

27. 10 Hij wachtte nog eens zeven dagen en liet de duif toen opnieuw los uit de ark.

28. Ik zag de geest gelijk een duif uit de hemel neerdalen, en hij bleef op hem.

29. Offerden ze een ram met een tortelduif of een duif, zoals door de Wet was bepaald?

30. Bedrijfsopkoper sluit een chemische fabriek en eindigt met kraai eten, of in dit geval, vergiftigde duif.

31. 8:11 — Als de bomen door de Vloed werden vernield, waar haalde de duif dan het olijfblad vandaan?

32. 9 Hij antwoordde: ‘Haal een driejarige koe,* een driejarige geit,* een driejarige ram, een tortelduif en een jonge duif.’

33. Op dat moment werd de hemel geopend en daalde Gods geest als een duif op Jezus neer.

34. U zou dan zowel schrander als onberispelijk zijn — ’zo omzichtig als een slang en toch zo onschuldig als een duif’.

35. Wie leidde ooit de Zoon van God de wateren van de doop in en had het voorrecht om te zien hoe de Heilige Geest in de gedaante van een duif neerdaalde, of liever gezegd met het symbool van de duif, om van die verordening te getuigen?

36. 14 Maar als hij een vogel aan Jehovah wil aanbieden als brandoffer, moet dat een tortelduif of een jonge duif zijn.

37. Wanneer ware christenen met vervolging te maken krijgen, dienen zij de schranderheid van de slang te combineren met de zuiverheid van de duif.

38. 68:13 — Waarom zegt David dat „de vleugels van een duif zijn overtrokken met zilver en haar wieken met geelgroen goud”?

39. Hoewel de duif nu op de meeste tafels als bron van vlees door de kip vervangen is, kan men nog steeds enkele oude duiventillen tegenkomen.

40. Wat is het een genoegen te luisteren naar het kalmerende gemurmel van een beekje, het gekoer van een duif of het kirrende lachje van een baby!

41. In zijn verslag bracht een witte duif een flesje olie om Clovis bij zijn doop te zalven — duidelijk een verwijzing naar Jezus’ zalving met heilige geest (Mattheüs 3:16).

42. Maar zoals je kan zien: de handen van de duif, de kip of een andere vogel zien er een beetje raar uit want het zijn vleugels geworden.

43. In plaats van een jonge ram als brandoffer en een jonge duif of een tortelduif als zondeoffer te brengen, brachten zij hetzij „een paar tortelduiven of twee jonge duiven” (Lukas 2:24).

44. Ik dacht dat het geweldig zou zijn als ik in het midden van het touw zou stoppen en als een goochelaar een duif tevoorschijn zou halen en laten vliegen, als een levend symbool van de vrede.

45. 3 De mens noemde het paard soes, de stier sjōr, het schaap seh, de geit ʽez, een vogel ʽōf, de duif jō·nahʹ, de pauw toek·kiʹ, de leeuw ʼar·jehʹ of ʼariʹ, de beer dov, de aap qōf, de hond keʹlev, de slang na·chasjʹ, enzovoorts.

46. Enkele maanden nadat Maria, vergezeld van engelen en een duif, zogezegd aan hen verschenen was, berichtte de Duitse krant Westfalenpost: „Tot nu toe hebben zo’n 50.000 pelgrims, nieuwsgierigen en zieken die op genezing hopen, de visioenen van de vrouwen met belangstelling gevolgd.”

47. Zelfs door het keukenraam kunt u de dagelijkse bezigheden van vogels volgen: een merel die naar wormpjes pikt, een zwaluw die op insecten jaagt, een duif die een vrouwtje het hof maakt, een koolmeesje dat af en aan vliegt om een nest te bouwen of puttertjes die hun hongerige kleintjes voeden.

48. In de zevende eeuw v.G.T., voordat veldbiologen iets van de vogeltrek begrepen, schreef Jeremia, zoals staat opgetekend in Jeremia 8:7: „De ooievaar in de lucht kent de tijd voor de trek, de duif en de zwaluw en de draaihals kennen de tijd voor de terugkeer.” — NE.

49. 6 Als de dagen van haar reiniging voor een zoon of dochter voorbij zijn, moet ze een jonge ram van nog geen jaar oud als brandoffer+ en een jonge duif of een tortelduif als zondeoffer naar de ingang van de tent van samenkomst brengen, bij de priester.