Nghĩa của từ branden bằng Tiếng Pháp
branden [brɑndən] brûler griller, rôti
Đặt câu có từ "branden"
1. Geen branden meer.
2. De Capitool zal branden!
3. Al die branden moeten geblust.
4. Laat je fakkel feller branden
5. * Je getuigenis fel laten branden
6. Het begint op te branden.
7. Het puin zorgde ook voor branden die door de middag bleven branden op de lagere verdiepingen.
8. Ik zag je branden.
9. Jij zult branden in de hel.
10. Laat het branden als een piñata!
11. Laat die stenen branden.
12. Had ze laten branden.
13. Veefokkers die koffie branden met graankorrels.
14. Had je huis plat kunnen branden.
15. Jij zal ook helder branden.
16. Je oren zullen wel branden.
17. * Laat je fakkel feller branden
18. Ik liet die wens in mij branden.
19. Als de bol gaat branden, schiet je.
20. dat de vlam blijft branden.1
21. ♫ waar de dromen branden ♫
22. Mijn botten branden van de hitte.
23. En overal kaarsen, duizenden mensen branden hier kaarsen.
24. We branden gewoon een kring in het onkruid!’
25. Stel dat het oliedruklampje gaat branden.
26. Toen ging er een lampje branden.
27. De lichten gaan dan feller branden.
28. Wij zullen branden, zoals de heidense koningen vroeger.
29. Jij zult branden in de hel, Annie Wilson!
30. en branden zonder dat iemand het dooft,
31. Om die klootzak van een Hostetler af te branden!
32. Daar staan struiken en soms branden ze.
33. Je kunt er ook een kaarsje branden.
34. Natuurlijk wil de verdomde fakkel niet branden.
35. Je plast dus niet in bed, en sticht geen branden.
36. Het riemen-om-lampje en het niet-roken-lampje branden.
37. We laten het vuur dag en nacht branden.
38. Als dat poeder nat werd, ging het bubbelen en branden.
39. Is wierook branden tijdens meditatie iets voor christenen?
40. Zou het kind zich kunnen branden aan de ovendeur?
41. ‘Er zijn oliën die het evangelie helder laten branden.
42. en die ogen ze branden als kolen van vuur
43. Als ze het innemen... branden ze de oversteek plat.
44. Velen waren getuige van de overstromingen, de droogte, de stormen, de branden.
45. Het bleef maar branden, lichtend als een vuurbaken op de berghelling.
46. De steen der wijzen kan een lamp eeuwig laten branden.
47. Als dit moet eindigen met vuur... dan branden we allemaal.
48. ROMEO O, doet ze leren de fakkels te branden helder!
49. Hoe kan een demon een kruis dragen en niet z'n huid er aan branden?
50. Mijn bevel was dat Mans Roover op de brandstapel zou branden.