Nghĩa của từ beoefenen bằng Tiếng Pháp

beoefenen [bəufənən] pratique

Đặt câu có từ "beoefenen"

1. Mensen die de sport beoefenen worden jogglers genoemd.

2. Er worden mannen gewijd die homoseksuele praktijken beoefenen.

3. Nummer één: operatietechnieken aanleren en beoefenen is heel moeilijk.

4. (b) Wat betekent het ’rechtvaardigheid te beoefenen’?

5. De ware aanbidding beoefenen maakt echt gelukkig

6. Ware christenen zijn herkenbaar aan de liefde die ze beoefenen

7. Haat kan worden overwonnen door degenen die het ware christendom beoefenen.

8. Damon, jij zei dat haar vrienden vampiers zijn die magie beoefenen.

9. Zij die wetteloosheid beoefenen, spruiten uit hem voort. — 1 Joh. 3:8.

10. Higaonna wou dolgraag naar China om deze vechtkunsten te beoefenen.

11. De verbodsbepalingen tegen het beoefenen van het judaïsme waren opgeheven.

12. Het meisje bracht haar meesters groot gewin door de kunst van het voorspellen te beoefenen.

13. Sommigen stellen het beoefenen van religie op één lijn met domheid en fanatisme.

14. Hoewel wij misschien op dit moment geen zonde beoefenen, zouden wij in die richting kunnen gaan.

15. Die kolonisten bleven hun joodse religie beoefenen en gingen naar Jeruzalem voor de jaarlijkse joodse feesten.

16. Om zijn drie vrienden te eren...... stopte Chang- Kong met het beoefenen van vechtkunsten

17. Na verloop van tijd begonnen mannelijke prostitués hun praktijken in de tempel te beoefenen.

18. Gods oordeel is nog steeds gericht tegen allen die spiritisme beoefenen. — Openbaring 21:8.

19. Hij probeerde mij en ontelbare anderen te inspireren om de wetenschap te bestuderen, te leren en te beoefenen.

20. 24 Wij worden met name gewaarschuwd tegen het beoefenen van spiritisme, in het bijzonder astrologie (Galaten 5:20, 21).

21. We moeten ook ’rechtvaardigheid beoefenen’, of er actief naar streven te doen wat goed is in de ogen van God.

22. Maar degenen die vastbesloten zijn de ware aanbidding te beoefenen, weerstaan Satans aanbiedingen en bewaren zichzelf „onbevlekt van de wereld”.

23. In Noord-Ierland, in het Midden-Oosten en elders worden mensen gehaat wegens de religie die zij beoefenen.

24. Het is duidelijk dat de meeste oosterlingen niet het christendom beoefenen, maar zij schijnen er geen bezwaar tegen te hebben Kerstmis te vieren.

25. De bijbel waarschuwt dat „degenen die spiritisme beoefenen”, „de tweede [of eeuwige] dood” zullen sterven (Openbaring 21:8; 22:15).

26. Laten wij ook geen hoererij beoefenen, zoals sommigen van hen hoererij hebben bedreven, met als enig resultaat dat zij vielen, drieëntwintigduizend van hen op één dag.

27. 16 Wij kunnen eenvoudig niet de waarheid beoefenen en tegelijkertijd onze broeders en zusters liefdeloos en onverzoenlijk bejegenen (1 Johannes 4:20, 21; 3:14-16).

28. 16 Als iemand van ons in het geheim zonde zou beoefenen, zouden wij zo’n gedrag misschien een tijdlang voor medemensen verborgen kunnen houden.

29. Volgens Micha 3:9-12 spreken de met bloedschuld beladen regeerders recht om steekpenningen, onderrichten de priesters om een prijs en beoefenen de valse profeten waarzeggerij om geld.

30. Hij schreef: „Laten wij ook geen hoererij beoefenen, zoals sommigen van hen hoererij hebben bedreven, met als enig resultaat dat zij vielen, drieëntwintigduizend van hen op één dag.”

31. Laten wij ook geen hoererij beoefenen, zoals sommigen van hen hoererij hebben bedreven, met als enig resultaat dat zij vielen, drieëntwintigduizend van hen op één dag.” — 1 Korinthiërs 10:6-8.

32. 7 Gezamenlijk als gezin de ware aanbidding beoefenen — studeren, aan de velddienst deelnemen en vergadering en bezoeken — versterkt de band van liefde en eenheid in de gezinskring.

33. Zulke personen raadplegen, wordt door God dan ook als een ernstige zonde opgevat; degenen die zulke dingen beoefenen, zijn verfoeilijk in zijn ogen en zullen zijn koninkrijk niet beërven. — Openbaring 22:15.

34. We kunnen daar zeker van zijn omdat Paulus in een andere brief duidelijk had gemaakt dat mensen die hoererij, afgoderij, spiritisme, enzovoorts beoefenen, „Gods koninkrijk niet zullen beërven” (Galaten 5:19-21).

35. 23 De bijbel rangschikt „vijandschappen, twist, . . . vlagen van toorn” onder de werken die door God worden veroordeeld en zegt dat „wie zulke dingen beoefenen, Gods koninkrijk niet zullen beërven” (Galaten 5:19-21).

36. Jehovah’s Getuigen getroosten zich ijverig moeite om de reine en onbesmette aanbidding te beoefenen die door onze God en Vader wordt goedgekeurd, hetgeen inhoudt ’zichzelf onbevlekt van de wereld te bewaren’ (Jakobus 1:27).

37. Hoewel degenen die proberen zich rein te houden misschien wel honend worden uitgelachen door hen die immorele praktijken beoefenen, verstomt het gelach wanneer de spotters beginnen te ’oogsten wat zij gezaaid hebben’. — Vergelijk Romeinen 1:24-27.

38. Paulus had net gewaarschuwd: „Indien wij moedwillig zonde beoefenen na de nauwkeurige kennis van de waarheid te hebben ontvangen, blijft er geen slachtoffer voor zonden meer over, maar is er een stellige vreselijke verwachting van oordeel en een vurige jaloezie die de tegenstanders zal verteren.” — Hebreeën 10:26, 27.

39. Bovendien „gingen [zij] ermee voort hun zonen en hun dochters door het vuur te laten gaan en waarzeggerij te beoefenen en voortekens te zoeken, en zij bleven zich verkopen om te doen wat kwaad was in de ogen van Jehovah, om hem te krenken” (2 Koningen 17:16, 17).

40. Af en toe glijdt een christen af tot het beoefenen van een ernstige zonde en redeneert dan dat als hij gewoon verborgen houdt wat hij doet en zijn activiteit in de christelijke gemeente vergroot, zijn daden op de een of andere manier tegen zijn zonde zullen opwegen.