Nghĩa của từ alleen bằng Tiếng Pháp
alleen [ɑlen] ne...que, seulement seul
Đặt câu có từ "alleen"
1. Alleen cyaan
2. Alleen leugens.
3. Alleen satellietbeelden.
4. Ik voel me alleen alleen rond andere mensen.
5. Alleen een prijs.
6. Théoden staat alleen.
7. Alleen voor mannen.
8. Alleen wat verbrand.
9. Alleen voor bewoners.
10. Niet alleen dat.
11. Het papierwerk alleen.
12. Niet alleen limonade.
13. Alleen een rechter.
14. Alleen wat toeschouwers.
15. We waren alleen...
16. Hij is alleen.
17. Alleen-lezen systeem
18. (Alleen Android-apps)
19. Woon je alleen?
20. Alleen veel verfijnder.
21. We gaan alleen.
22. Alleen de slimme.
23. Alleen mannelijk personeel.
24. Ik rijd alleen.
25. Alleen zijn beveiliging.
26. Alleen een biertje.
27. Alleen noedels eten.
28. Alleen wat geschrokken.
29. Laat ons alleen.
30. Alleen nog veldrantsoenen.
31. Alleen voor meisjes
32. Alleen gewone mensen.
33. De visuele cortex ziet alleen eenvoudige geometrie, alleen de eenvoudigste vormen.
34. Alleen een geluidje, toch?
35. Ik voel me alleen.
36. Alleen van Gold Finch.
37. Marcus, laat ons alleen.
38. Alleen de echte liefde.
39. Hij had alleen problemen.
40. Alleen eentje te starten.
41. Alleen afscheid nemen, hè?
42. We praten alleen maar.
43. Ik zie alleen meeuwen.
44. Alleen wat losse blaadjes.
45. Wij verkopen alleen belminuten.
46. U bent zo alleen.
47. Hij is niet alleen.
48. Ja, alleen voor zebra's.
49. Het is alleen vermaakt.
50. Alleen apen kunnen praten.