Nghĩa của từ Saksen bằng Tiếng Pháp
Saksen [sɑksən] Saxe Saxe
Đặt câu có từ "Saksen"
1. Als het leger faalt, als ze worden verslagen door de Saksen,
2. In 1825 stierf een familielid van Albert, hertog Frederik IV van Saksen-Gotha-Altenburg.
3. Ik ben geboren in een dorp in Saksen, in wat toen de DDR of Oost-Duitsland was.
4. Met het Verdrag van Nymphenburg in juli 1741 verbonden Frankrijk, Spanje, Beieren en Saksen zich met Pruisen tegen Oostenrijk.
5. Geschiedschrijvers vertellen ons dat Karel de Grote in de achtste eeuw de heidense Saksen van Noord-Europa overwon en op meedogenloze wijze dwong zich te bekeren.
6. Deze huizen zijn: Het Huis Bourgondië (1143-1383) Het Huis Aviz (1385-1581) Het Huis Habsburg (1581-1640) Het Huis Bragança (1640-1910) Het Huis Bragança-Saksen-Coburg en Gotha (1853-1910) betwist Het Huis Bourgondië, bekend als de Alfonsijnse Dynastie, was het stichtende huis van het koninkrijk Portugal.