Nghĩa của từ Israël bằng Tiếng Pháp

Israël

Đặt câu có từ "Israël"

Dưới đây là những mẫu câu có chứa từ "Israël", trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp. Chúng ta có thể tham khảo những mẫu câu này để đặt câu trong tình huống cần đặt câu với từ Israël, hoặc tham khảo ngữ cảnh sử dụng từ Israël trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp

1. Israël oogst „stormwind”

2. God onderzoekt Israël

3. Juich in triomf, Israël!

4. Hij heeft Israël opgeslokt.

5. Jesaja maakt onderscheid tussen het goddeloze Israël en het rechtvaardige Israël

6. 12 stammen van Israël

7. Waar zoekt Israël hulp?

8. Assyrië verovert Samaria, onderwerpt Israël; noordelijke tienstammenrijk Israël houdt op te bestaan

9. Israël zou bevrijd worden.

10. Lett.: ‘zonen van Israël’.

11. Rechters bevrijden Israël (11-23)

12. Zegeningen voor het herstelde Israël

13. jullie die jezelf Israël noemen+

14. De PLO erkende de staat Israël en beloofde het terrorisme tegen Israël te staken.

15. en Israël aan spottende woorden.

16. 19 Later werden Israël en Juda twee natiën, en Israël veroverde het naburige land Moab.

17. Dit gaat over Palestina en Israël.

18. Jozua’s verbond met Israël (25-28)

19. Klaaglied over leiders Israël (1-14)

20. de Heilige van Israël, je Redder.

21. uit de dappere strijders van Israël,+

22. Van welk volk bevrijdde hij Israël?

23. Was Gods Wet voor Israël rechtvaardig?

24. (b) Hoe versloeg Israël Jabins leger?

25. Israël veranderde de woestijn in bouwland.

26. Gemengde huwelijken in Israël (1-4)

27. Bet.: ‘oprechte’, een eretitel voor Israël.

28. Welk vooruitzicht had het volk Israël?

29. Koning Jabin onderdrukt Israël (1-3)

30. en Israël ging naar zijn rustplaats.’

31. Hij is de Heilige van Israël.

32. Lied over Israël als wijngaard (2-13)

33. God zal hem de naam Israël geven.

34. Waarom werden de eerstgeborenen van Israël gespaard?

35. 10 Alleen Israël aanbad één God, Jehovah.

36. Wij zijn herders die over Israël waken.

37. Israël wordt koninkrijk van priesters (5, 6)

38. ‘Zegeningen voor het herstelde Israël’ (10 min.):

39. Waarom werd de Wet aan Israël gegeven?

40. Wat voor priesterschap is het Israël Gods?

41. Oud heiligdom voor afgodenaanbidding, Tel Arad (Israël)

42. Welk voorrecht verleende Jehovah het oude Israël?

43. Welke verkeerde houding hadden sommigen in Israël?

44. Israël bleef een theocratie, geregeerd door Jehovah.

45. Filistijnen geven Israël ark terug (1-21)

46. 27 Wat een jammerlijke mislukking is Israël!

47. Waarom Israël het land kreeg (1-6)

48. Toen Mozes vertegenwoordigers van de natie Israël ontbood, riep hij „de hoofden van de duizenden van Israël” op.

49. Mozes bevrijdde het volk Israël uit Egypte.

50. 12 Werd Israël „een koninkrijk van priesters”?