Nghĩa của từ zulk een bằng Tiếng Anh

zulk een [zɵlken] such, sucha, thatkindof

Đặt câu có từ "zulk een"

Dưới đây là những mẫu câu có chứa từ "zulk een", trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Anh. Chúng ta có thể tham khảo những mẫu câu này để đặt câu trong tình huống cần đặt câu với từ zulk een, hoặc tham khảo ngữ cảnh sử dụng từ zulk een trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Anh

1. En baat het mij zulk een aanblik als deze?

2. Trouwens je kan niet zulk een rijkdom vergokken.

3. 36 Waar kon zulk een volmaakt menselijk leven echter worden gevonden?

4. * Waarom vervult deelhebben aan de verzoening onze ziel met zulk ‘een buitengewoon grote vreugde’?

5. In de laatste tijd schijnt er minder vaak sprake te zijn van zulk een duwen.

6. ‘Was het maar zo dat gij niet aan zulk een grote misdaad schuldig waart geweest.’

7. En wat zijn de pluspunten om de vrouw van zulk een verbluffende geest te zijn?

8. ‘Want zulk een mens moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ontvangen’ (Jakobus 1:5–7).

9. Zulk een geestelijke „kleding” zal niet verslijten en waardeloos worden, zoals dit met letterlijke kleding het geval is.

10. Maar zijn discipelen vroegen: ‘Hoe komen wij in een eenzame streek aan zoveel broden, dat wij zulk een schare verzadigen kunnen?’

11. Er is onder de Apostolische Vaders niets geweest wat zulk een denkwijze of gezichtspunt ook maar enigszins benadert.” — New Catholic Encyclopedia.

12. Moeten mensen zulk een vrees voor de doden aan de dag leggen en zelfs grote onkosten maken om zich te beschermen?

13. Mijn vader was zulk een respect voor de wet bijgebracht dat, ook al werd hij vervolgd, hij nooit had gedacht aan valse papieren.

14. Een man daar had de vrouw van zijn vader genomen en beoefende aldus ’zulk een hoererij als zelfs onder de natiën niet voorkwam’.

15. God heeft weliswaar de tijden van zulk een onwetendheid voorbijgezien, maar zegt de mensen thans dat zij allen overal berouw moeten hebben” (Handelingen 17:29, 30).

16. 10 En Ammon zei tot haar: Gezegend bent u wegens uw buitengewoon grote geloof; ik zeg u, vrouw, zulk een groot ageloof heeft zich onder al het volk van de Nephieten niet voorgedaan.

17. Op dit punt gekomen, verklaarde Paulus: „God heeft weliswaar de tijden van zulk een onwetendheid [van mensen die afgodsbeelden aanbaden] voorbijgezien, maar zegt de mensen thans dat zij allen overal berouw moeten hebben.” — Handelingen 17:30.

18. In zijn eerste brief schreef Paulus: „Er wordt zowaar hoererij onder u bericht, en zulk een hoererij als zelfs onder de natiën niet voorkomt, dat een zekere man de vrouw heeft van zijn vader.” — 1 Korinthiërs 5:1.