Nghĩa của từ zien bằng Tiếng Anh
zien [zin] consider, deem, regard see
Đặt câu có từ "zien"
1. We zien geen duisternis, we zien geen licht, we zien geen zwaartekracht, geen elektriciteit.
2. Zien, echt zien... is de basis van zwaardvechten
3. Na de transplantatie kon je zien, maar niet zien.
4. Laat eens zien.
5. Zien is geloven
6. Zien jullie lookbrood?
7. Laat's wat zien.
8. Niets te zien.
9. ZIEN is geloven.
10. We zullen zien.
11. Hoe vaak heeft hij zijn moeder niet graan tot meel zien malen, zuurdeeg bij het deeg zien doen, een lamp zien aansteken of het huis zien vegen?
12. En als ze de geblokte vlag zien, zien ze mij winnen.
13. Laat je handen zien.
14. Om mij te zien?
15. Ik wil identificatie zien.
16. Laat eens zien dan.
17. Laat wat sympathie zien.
18. Laat je legitimatie zien.
19. Gevangene, laat jezelf zien.
20. Hummingbird kan het zien.
21. Ik kan niets zien.
22. Allemaal in te zien.
23. Laat een zaklantaarn zien.
24. Laat je oproep zien.
25. Laat de roos zien.
26. Laat die klootzak zien!
27. Mag ik het zien?
28. Laat je identificatie zien.
29. 3 Zien is geloven
30. Eerst zien, dan geloven.
31. Ze zullen je zien.
32. Zien we je morgen?
33. Maar we zullen die Milanese spiegelschilder laten zien hoe echte hoogtepunten eruit moeten zien.
34. Gestolen moed, zo te zien
35. Mag ik je identiteitsbewijs zien?
36. Je moet het zien, Allen.
37. Moet je die tanden zien
38. Ik wil de strijd zien.
39. Ruige vent, zo te zien.
40. Ik wil die auto zien.
41. De gespafdruk is te zien.
42. Laat uw voet even zien.
43. Dat zien we nog wel.
44. Mag ik uw rijbewijs zien?
45. Mag ik het politierapport zien?
46. Mag ik uw certificaat zien?
47. Om ze te laten zien.
48. We zien elkaar niet meer.
49. We zullen elkaar nog zien.
50. Moet je dat behang zien.