Nghĩa của từ zachtaardigheid bằng Tiếng Anh
zachtaardigheid [zɑxtardəxhɛi˘t] sweetness balminess, gentleness, leniency, meekness, mildness
Đặt câu có từ "zachtaardigheid"
1. Hardvochtigheid contra zachtaardigheid
2. Zachtaardigheid en nederigheid
3. Verdedig u met zachtaardigheid en diepe achting
4. Natuurlijk duidt zachtaardigheid niet op zwakte.
5. 16 De hoedanigheid zachtaardigheid verbetert onze relaties met anderen.
6. Wat moet ons vaste besluit zijn ten aanzien van zachtaardigheid?
7. 18. (a) Wat zijn de goede resultaten van zachtaardigheid?
8. Haar zachtaardigheid brengt hem dichter bij z'n gekwetste hart.
9. Welke rol spelen vriendelijkheid en zachtaardigheid in onze dienst?
10. Welk effect heeft zachtaardigheid op onze relaties met anderen?
11. Nathan bracht David in een geest van zachtaardigheid terecht.
12. Welke rol speelt gebed in het ontwikkelen van zachtaardigheid?
13. Waarom is het niet altijd gemakkelijk zachtaardigheid tentoon te spreiden?
14. Hoe kan zachtaardigheid een hulp zijn in een religieus verdeeld huisgezin?
15. Sommige dienstknechten van God vinden het gemakkelijker zachtaardigheid tentoon te spreiden dan andere.
16. Hoe laat liefde zich vergelijken met vriendelijkheid, goedheid, zachtaardigheid en zelfbeheersing?
17. Vertel een ervaring waaruit blijkt hoe waardevol zachtaardigheid in de velddienst is.
18. 14 Zachtaardigheid gepaard aan hemelse wijsheid zal een ouderling ervan terughouden harde eisen te stellen.
19. Zijn Woord leert ons hoe wij „een zachtaardigheid die bij wijsheid behoort” tentoon moeten spreiden.
20. Merk op dat Paulus vriendelijkheid en zich in bedwang houden met zachtaardigheid in verband brengt.
21. Het wordt met liefde en zachtaardigheid in verband gebracht, niet met toorn en bruutheid.
22. In zijn geval waren liefde, zachtaardigheid en nederigheid aangeboren aspecten van zijn persoonlijkheid.
23. Deze openbaart zich in „liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing” (Galaten 5:22, 23).
24. • Heb ik gevoelens gehad van liefde, vreugde, gemoedsrust, geduld, zachtmoedigheid, zachtaardigheid, geloof, hoop en troost?
25. 14 Vastbesloten zijn zachtaardigheid niet te laten varen, zal ons helpen deze hoedanigheid te blijven aankweken.
26. 18, 19. (a) In het bijzonder wanneer moeten herders zachtaardigheid en zelfbeheersing aan de dag leggen?
27. De afzonderlijke vruchten van de geest zijn liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid en zelfbeheersing.
28. Paulus beklemtoonde: „Bekleedt u . . . met de tedere genegenheden van mededogen, goedheid, ootmoedigheid des geestes, zachtaardigheid en lankmoedigheid. . . .
29. Zal ik met de stok*+ naar jullie toe komen of met liefde en een geest van zachtaardigheid?
30. Wat zal ons helpen zachtaardigheid aan de dag te leggen in onze contacten met wereldse autoriteiten?
31. Zelfs een terechtwijzing is makkelijker te aanvaarden als ze „in een geest van zachtaardigheid” wordt gegeven (Galaten 6:1).
32. „De vrucht van de geest . . . is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing”, zegt de bijbel.
33. Deze vrucht bestaat uit de eigenschappen „liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing” (Galaten 5:22, 23).
34. „De vrucht van de geest . . . is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing.” — Galaten 5:22, 23.
35. „De vrucht van de geest (...) is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing” (Galaten 5:22, 23).
36. Die gave stelt ons in staat eigenschappen te ontwikkelen waarmee God ingenomen is, zoals liefde, goedheid en zachtaardigheid.
37. Zachtaardigheid zorgt er ook voor dat gezinsleden een vergevensgezinde geest hebben die bijdraagt tot geluk. — Kolossenzen 3:13, 18-21.
38. Ondanks zijn zachtaardigheid en vriendelijkheid zou hij niet geliefd zijn, en velen zouden hem afwijzen (Jesaja 42:1-3; 53:1, 3).
39. Het aankweken van de vruchten van de geest — liefde, vriendelijkheid, goedheid, zachtaardigheid en zelfbeheersing — zal ons in staat stellen met vreugde lankmoedig te zijn.
40. Maar wij schrijven deze verandering toe aan de werkzaamheid van Gods geest, omdat zachtaardigheid deel uitmaakt van de zo opmerkelijke vrucht ervan.
41. Laten we er daarom voortdurend naar streven om in de manier waarop we anderen behandelen Jezus’ zachtaardigheid en vriendelijkheid te weerspiegelen.
42. 3 Laten we voor een vollediger begrip van de betekenis en de waarde van zachtaardigheid eens stilstaan bij vier bijbelse voorbeelden (Romeinen 15:4).
43. ‘Blijf hen eraan herinneren (...) niet strijdlustig te zijn, redelijk te zijn en alle zachtaardigheid jegens alle mensen aan de dag te leggen’ (Titus 3:1, 2).
44. Ons respect voor het voorbeeld dat Christus heeft gegeven, zal ons ertoe bewegen zachtaardigheid en diepe achting aan de dag te leggen (1 Petrus 2:23; 3:15).
45. Als er gewetenskwesties rijzen, is de kans groter dat een ongelovige man het standpunt van zijn vrouw zal respecteren als hem dit met „zachtaardigheid en diepe achting” wordt voorgelegd.
46. In plaats daarvan betreft het echte innerlijke zachtaardigheid en vredelievendheid die in eerste instantie aan de dag worden gelegd als respons op Gods wil en leiding.
47. 10 Maar ikzelf, Paulus, doe jullie bij de zachtaardigheid en goedheid van de Christus+ een verzoek — ik die zwak lijk als ik bij jullie ben+ maar krachtig als ik niet bij jullie ben.
48. 7 De schrijver van Psalm 121 had dus het volste vertrouwen dat de almachtige Schepper over zijn dienstknechten waakt met de zachtaardigheid van een zorgzame herder en de oplettendheid van een alerte wachter.
49. Bedenk dat „de vrucht van de geest” — die de eigenschappen liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid en zelfbeheersing omvat — nooit uit de mode raakt. — Galaten 5:22, 23; 1 Timotheüs 2:9, 10.
50. In zijn brief aan Titus, een mede-evangelieprediker, spoorde Paulus christenen ertoe aan „over niemand nadelig te spreken, niet strijdlustig te zijn, redelijk te zijn en alle zachtaardigheid jegens alle mensen aan de dag te leggen.