Nghĩa của từ wurgen bằng Tiếng Anh
wurgen [wɵrɤ°ən] choke, strangle
Đặt câu có từ "wurgen"
1. Ik ga je wurgen.
2. Je moet haar wurgen.
3. Ik laat Amabella niet wurgen op haar eigen verjaardagsfeestje.
4. Nu ga je me wurgen en verkrachten?
5. Dus geeft hij toe dat hij haar probeerde te wurgen.
6. Waarom vraag je me niet wanneer ik stopte met huisdieren wurgen?
7. Dat betekent niet dat ik die rat niet ga wurgen.
8. Ik kan je wel wurgen zonder van kleur te verschieten.
9. Wanneer ik die Van Dort jongen zie zal ik hem wurgen met mijn blote handen!
10. Ze wurgen zichzelf, ze ademen hun braaksel in, ze stikken, ze krijgen een hartaanval.
11. Ze dragen minder kleren om ons makkelijker te wurgen of onze hoofden open te snijden voor snoep.
12. Ik doodde de beer met mijn speer, en ik kon de hond wurgen met mijn blote handen.
13. In een vlaag van jaloezie liet hij zijn lievelingsvrouw, Mariamne, om het leven brengen, en later liet hij twee van haar zoons wurgen wegens vermeende samenzweringen tegen hem.