Nghĩa của từ geloof bằng Tiếng Anh
geloof [xəlof] confidence, faith, trust belief religio
Đặt câu có từ "geloof"
1. Geloof waarin?
2. Gember, geloof ik.
3. Verkondig uw geloof!
4. Kies voor geloof boven twijfel, kies voor geloof boven angst, kies voor geloof boven het onbekende en onzichtbare; en kies voor geloof boven pessimisme.
5. Heb geloof, Henry.
6. Geloof me.Echt niet!
7. Te weinig geloof?
8. Bescherm het geloof.
9. Detective Lambert, geloof ik.
10. Mijn geloof wordt onzeker.
11. Geloof is de sleutel.
12. Ik geloof u niet.
13. Bud, geloof ons niet.
14. Geloof wat je wilt.
15. Ik geloof de bijen.
16. Oat geloof ik ook.
17. Vergaderingen versterken ons geloof
18. Geen gezin, geen geloof.
19. Ik geloof in openheid.
20. Andere daden van geloof
21. Dat geloof ik allemaal.
22. Ga voorwaarts in geloof
23. Bescherm uw geloof voortdurend.
24. Daar gaat je geloof.
25. Voor ons geloof opkomen
26. Geloof je in wederopstanding?
27. 23 Volg hun geloof na
28. Zusters in naam en geloof
29. Er heerst geloof ik tyfus.
30. Jehovah beloonde Sara’s bijzondere geloof
31. Jehovah vraagt „geloof zonder huichelarij”
32. Ik geloof nergens meer in.
33. De grondslag van ons geloof
34. Geloof wat je wilt, Goldberg.
35. Hun geloof overleefde de smeltkroes
36. De karaktervormende kracht van geloof
37. Geloof is gebaseerd op werkelijkheid.
38. Geloof me, we spraken erover.
39. ’Springplank naar het ware geloof’
40. Geloof sterken verstevigt de huwelijksband.
41. 15 Wat een opmerkelijk geloof!
42. Randa, dit geloof je niet.
43. Stemmen ten gunste van geloof
44. Ik geloof wel in vampiers
45. Angst is sterker dan geloof.
46. Laat deze uw geloof vergroten.
47. We zijn zwaarbewapend, geloof ik.
48. Gedrag begint evenzeer bij geloof.
49. Sta vast in het geloof
50. Dus hoe ́maak ́ je geloof?