Nghĩa của từ gehaat bằng Tiếng Anh

gehaat [xəhat] accursed, accurst, hated

Đặt câu có từ "gehaat"

Dưới đây là những mẫu câu có chứa từ "gehaat", trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Anh. Chúng ta có thể tham khảo những mẫu câu này để đặt câu trong tình huống cần đặt câu với từ gehaat, hoặc tham khảo ngữ cảnh sử dụng từ gehaat trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Anh

1. Zonder reden gehaat

2. De vroege christenen — Door wie gehaat?

3. Mensen hebben vreemdelingen altijd gehaat

4. „De man van denkvermogen wordt gehaat”

5. Zijn heilige naam wordt gelasterd en gehaat.

6. Gehaat door degenen die van je horen te houden.

7. Hij is te onbeduidend om gehaat te worden.

8. Het doen der afvalligen heb ik gehaat; het kleeft mij niet aan. . . .

9. (Zij zouden in het vlees worden gekweld, verstrooid, geslagen en gehaat.)

10. Ik weet zeker dat er momenten zijn dat je me hebt gehaat,

11. Vervolgens zei Jezus dat zijn volgelingen zouden worden gehaat, onderdrukt en gedood.

12. Deed hij goed ook al werd hij er door anderen om gehaat? —

13. Hij die haastig tot toorn is, zal dwaasheid begaan, maar de man van denkvermogen wordt gehaat.” — Spreuken 14:16, 17.

14. In Noord-Ierland, in het Midden-Oosten en elders worden mensen gehaat wegens de religie die zij beoefenen.

15. Het deed me verdriet, maar vergeet niet... hoezeer ze mij, haar oudste, tot het einde toe heeft gehaat.

16. Via zijn profeet Amos vertelde Jehovah, God, zijn koppige aanbidders in het oude Israël: „Ik heb gehaat, ik heb verworpen uw feesten (...)

17. In plaats daarvan werd je op het open veld gegooid omdat je* werd gehaat op de dag dat je geboren werd.

18. Als de uitdrukking „de man van denkvermogen” duidt op een boosaardige intrigant, is het niet moeilijk te begrijpen waarom zo iemand gehaat wordt.

19. Het is de trouweloze handelwijze van de overspelige partner — die tot „wenen en zuchten” heeft geleid — die door God wordt gehaat (Maleachi 2:13-16).

20. Degenen bijvoorbeeld die hun verstandelijke vermogens gebruiken en ervoor kiezen „geen deel van de wereld” te zijn, worden door de wereld gehaat (Johannes 15:19).

21. Volgens Amos 5:21-24 zei God: „Ik heb gehaat, ik heb verworpen uw feesten, en ik zal mij niet verheugen in de geur van uw plechtige vergaderingen.

22. 30 Hierop zei Jakob tegen Simeon en Levi:+ ‘Jullie hebben me in het ongeluk gestort* door me gehaat te maken bij de bewoners van het land — de Kanaänieten en de Ferezieten.

23. ’Maar ik had Jakob lief, en Esau heb ik gehaat; en ten slotte maakte ik zijn bergen tot een verlaten woestenij en zijn erfdeel voor de jakhalzen van de wildernis.’” — Maleachi 1:2, 3.

24. 14 En omdat zij hun hart afwenden, zegt de profeet, en de Heilige van Israël hebben aversmaad, zullen zij in het vlees ronddolen en omkomen, en een baanfluiting en een cschimpnaam worden en onder alle natiën worden gehaat.