Nghĩa của từ gedrag bằng Tiếng Anh
gedrag [xədrɑx] behavior, behaviour, conduct, deportment
Đặt câu có từ "gedrag"
1. Losbandig gedrag omvat „losbandigheid, zinnelijkheid, schaamteloos gedrag, ontuchtigheid (ontucht) van gedrag”.
2. Onnatuurlijk gedrag.
3. Losbandig gedrag (Grieks: a·sel·geiʹa) duidt op „losbandigheid, zinnelijkheid, schaamteloos gedrag, ontuchtigheid (ontucht) van gedrag”.
4. Hun gedrag is voorspelbaar.
5. Aanleiding, gedrag, beloning.
6. Automatisch gedrag - vakkundig gedrag is onderbewust, wordt geleid door de gedragskant.
7. Programmeerbaar gedrag neuraal ontwerp.
8. Wat is eerbiedig gedrag?
9. M'n gedrag was onvergeeflijk.
10. 32 jaar goed gedrag.
11. desertie, onredelijk gedrag... of overspel.
12. Gek zijn; vreemd gedrag vertonen.
13. Dit is zeer storend gedrag.
14. Goed gedrag vormt een getuigenis
15. Dit is onacceptabel gedrag.
16. Ander gedrag, Niet voorzien.
17. De waarde van goed gedrag
18. Vermaningen over moraal en gedrag.
19. Wat betekent afwijkend gedrag veroorzaken.
20. Je gedrag is niet normaal.
21. Goed gedrag blijft niet onopgemerkt.
22. Het vertoont duidelijk een afwijkend gedrag.
23. ‘Ons openbare gedrag moet onbesproken zijn.
24. Menselijk gedrag kan niet in precies dezelfde categorie geplaatst worden als het gedrag van dieren.
25. Het Griekse woord dat met „losbandig gedrag” vertaald is, duidt op bandeloosheid, zinnelijkheid, schaamteloos gedrag.
26. Dit leidde tot crimineel gedrag.
27. M'n excuses voor z'n gedrag.
28. Hyperactief gedrag en gebrekkige concentratie.
29. Gedrag begint evenzeer bij geloof.
30. Televisie, tijdschriften en films bevorderen losbandig gedrag — „losbandigheid; zinnelijkheid; schaamteloos gedrag” (Galaten 5:19, vtn.).
31. • Welke uitwerking heeft ons goede gedrag?
32. Ons goede gedrag spreekt voor zich.
33. Getuigenis geven door een goed gedrag
34. Ten eerste: rechtschapen zelfbeheersing en gedrag
35. Ik ken hun gedrag het beste.
36. Hij heeft het over acceptabel gedrag.
37. Troostend gedrag wordt gedreven door empathie.
38. Bekijk elementspecifieke details voor aanvullend gedrag.
39. Was er onjuist gedrag bij betrokken?
40. Wees fatsoenlijk in taalgebruik en gedrag
41. Ons openbare gedrag moet onbesproken zijn.
42. Wat zegt de Schrift over zo’n gedrag?
43. Onderken je gedachten, gevoelens en gedrag.
44. Die mensen vertonen waarschijnlijk hetzelfde gedrag.
45. Hun gedrag is vriendelijk en niet-agressief.
46. Schaalvoordelen gaven aanleiding tot dit sigmoïdale gedrag.
47. Ik zal dat soort gedrag niet toestaan.
48. Hoe kan immoreel gedrag onze eenheid bedreigen?
49. Bedoel je dat het afwijkend gedrag veroorzaakte?
50. Dit gedrag kan worden aangepast in Geavanceerde instellingen: