Nghĩa của từ gaan bằng Tiếng Anh
gaan [xan] go goonfoot sound go, ride, travel go, shall, will
Đặt câu có từ "gaan"
1. Laten gaan... Wat laten gaan?
2. Laat hem gaan, laat hem gaan!
3. Naar buiten gaan en in het gras gaan liggen.
4. Daar gaan we.
5. Team, gaan groen.
6. We gaan zegevieren.
7. We moeten gaan.
8. Natuurlijk gaan we.
9. Niet gaan rennen.
10. We gaan, Smurfen.
11. We gaan eraan.
12. Anderen zijn gaan pionieren of gaan meehelpen bij theocratische bouwprojecten.
13. Als de olieprijzen omhoog gaan, gaan de energie- octrooien omhoog.
14. We gaan morgenvroeg.
15. Gaan we ruziën?
16. Laat het gaan.
17. We gaan vissen.
18. Ze gaan stinken.
19. Ze gaan langzamer.
20. Commodityprijzen gaan zo.
21. Blijf oostwaarts gaan.
22. Ze gaan ervandoor.
23. Ik moet gaan.
24. Daar gaan ze onder gebukt, tot ze er aan onderdoor gaan.
25. Jij moet haar lichaam gaan afhalen of ze gaan haar cremeren.
26. We gaan landen.
27. Laat hem gaan.
28. Wij gaan voorwaarts.
29. Jullie gaan samen.
30. We gaan alleen.
31. Zaken gaan slecht.
32. Meester, we gaan
33. Op zee gaan.
34. Zondag gaan we erop uit en dan gaan we pret maken.
35. We gaan bespreken hoe je om kunt gaan met moeilijke situaties.
36. Kom, we gaan plassen.
37. Laat het gewoon gaan.
38. We gaan hier kamperen.
39. We gaan eindelijk zuipen.
40. die kan verloren gaan.
41. We gaan landen, jongens.
42. We gaan iedereen verhoren.
43. Waar gaan vluchtelingenharten heen?
44. We moeten nu gaan.
45. Knaagdieren gaan boem-boem.
46. Scotty, laat me gaan!
47. Daar gaan we weer.
48. We gaan het schoonvegen.
49. Hier gaan we weer.
50. Hij zal publiek gaan