Nghĩa của từ discipel bằng Tiếng Anh

discipel [disipəl] disciple

Đặt câu có từ "discipel"

1. * Zie ook Discipel; Nephieten; Opgenomen mensen

2. De doop is het startpunt van de reis van een discipel.

3. Welke raad gaf de discipel Jakobus ten aanzien van Jezus’ tegenwoordigheid?

4. Wat voor een discipel was Petrus gedurende zijn bediening met Jezus?

5. 4 De discipel Jakobus, de halfbroer van Jezus, nam het woord.

6. De discipel Jakobus schreef: „Wie is wijs en verstandig onder u?

7. De discipel Jakobus schreef: „Wij prijzen hen die hebben volhard, gelukkig.

8. Een toegewijd discipel en een voorbeeld van iemand die niet terugdeinst

9. Hij is blij dat Stefanus, een discipel van de Grote Onderwijzer, gedood wordt.

10. Jou als discipel hebben is iets waar ik enorm trots op ben.

11. Een nieuwe discipel leert waardevolle lessen van het voorbeeld dat anderen geven

12. De discipel Jakobus begreep duidelijk het schadelijke effect van dit soort twijfel.

13. Hij werd geroepen omdat hij een toegewijde discipel van Jezus Christus is.

14. 36 In Joppe was een discipel die Tabi̱tha heette, wat Do̱rkas* betekent.

15. Wat hield het in een discipel te zijn van een leraar als Gamaliël?

16. We zien de doop als het startpunt van de reis van een discipel.

17. Hij was „een discipel van Jezus . . ., maar in het geheim uit vrees voor de joden”.

18. Bij het maken van een discipel moeten op zijn minst drie partijen meewerken.

19. 20 De discipel Stefanus bleef kalm toen hij een zware beproeving op zijn geloof onderging.

20. 54 Petrus legt een nieuwe discipel de handen op; Simon staat afgebeeld met een geldbeurs.

21. Eén eerste-eeuwse discipel die bijzonder veel aandacht aan die noodzaak schonk, was Onesiforus.

22. Jezus’ juk op zich nemen, betekent dus eenvoudig zijn discipel worden (Filippenzen 4:3).

23. De discipel Jakobus schreef: „Weerstaat de Duivel en hij zal van u wegvluchten” (Jakobus 4:7).

24. Het woord discipline komt van hetzelfde stamwoord als discipel, en impliceert geduld en onderricht van onze kant.

25. 1:35, 40 — Welke discipel stond er behalve Andreas nog meer bij Johannes de Doper?

26. * Bijgevolg vertrouwde Jezus de zorg voor zijn al wat oudere moeder aan zijn discipel Johannes toe.

27. „Elia was een mens met dezelfde gevoelens als wij”, schreef de discipel Jakobus (Jakobus 5:17).

28. De christelijke discipel Jakobus schreef: „Als een bloem van de plantengroei zal hij [de rijke] voorbijgaan.

29. Vermoedelijk is hij de niet nader genoemde discipel van Johannes de Doper in Johannes 1:41.

30. En te zijner tijd kunnen we het voorbeeld worden van een discipel die wedergeboren is door de verzoening.

31. En de discipel Jakobus zei dat Mozes „elke sabbat in de synagogen [werd] voorgelezen”. — Handelingen 15:21.

32. Ze werd vervaardigd in de tweede eeuw G.T. door een joodse proseliet genaamd Aquila, een discipel van rabbi Akiba.

33. De discipel vroeg Jezus dus niet hem iets te leren waar hij niets vanaf wist of wat hij nooit gedaan had.

34. Jozef van Arimathea, een bekend lid van het Sanhedrin en een geheime discipel van Jezus, krijgt toestemming om hem te begraven.

35. Ongetwijfeld hebben Priskilla en Aquila gemerkt dat het maken van die ene discipel een diepgaande en vruchtbare uitwerking op het gebied had.

36. 23 Sta eens stil bij wat er gebeurde met een discipel die Tabitha heette, en ook wel Dorkas genoemd werd.

37. Geen enkele persoon maakt in zijn eentje een discipel, net zomin als één regendruppel een plant van het nodige voorziet.

38. De discipel Jakobus gaf bijvoorbeeld raad aan degenen die rijke christenen met meer eer behandelden dan armere (Jakobus 2:1-4).

39. Toch zegt de discipel Jakobus dat „indien wij paarden een toom in de bek leggen”, ze gehoorzaam gaan waarheen wij ze leiden.

40. Behalve het veroordelen van vulgaire taal verbood één regel alle beuzelpraat en grappen door te zeggen: „Geen discipel zal zulke dingen spreken.”

41. Iedere vrouw in deze kerk heeft als discipel van Jezus Christus de taak om het gezin te steunen, te koesteren en te beschermen.

42. Dat was kennelijk het geval met de Ethiopische eunuch, tot wie de christelijke discipel Filippus in de eerste eeuw predikte (Handelingen 8:26-40).

43. Jehovah merkte deze oprechte man op, en door bemiddeling van een engel gebood hij de discipel Filippus om tot hem te prediken. — Handelingen 8:26-28.

44. Naar deze waarheden handelen, betekent ook dat iemand zich opnieuw als discipel van de Heer Jezus Christus toewijdt en datgene doet wat hem reinigt en tegen toekomstige verleidingen sterkt.

45. De discipel Jakobus bracht het als volgt onder woorden: „Een ieder wordt beproefd doordat hij door zijn eigen begeerte meegetrokken en verlokt wordt” (Jakobus 1:14, 15).

46. In overeenstemming met die geest gaf de discipel Judas de aansporing barmhartigheid te tonen jegens gezalfde christenen die twijfels hadden of tot zonde waren vervallen (Judas 22, 23).

47. Eenmaal wordt het woord door de discipel Jakobus gebruikt en elfmaal verschijnt het in uitspraken die aan Jezus Christus worden toegeschreven en betrekking hebben op een veroordelend oordeel.

48. 8:27-39). Deze eunuch bezat reeds liefde voor Gods geïnspireerde geschriften, en na geestelijke hulp van Filippus ontvangen te hebben, was hij gereed om een discipel te worden.

49. 14 In overeenstemming hiermee richtte de discipel Jakobus, toen hij aan eerste-eeuwse gezalfde christenen schreef, zijn brief tot „de twaalf stammen die overal verstrooid zijn” (Jakobus 1:1; Openbaring 7:3-8).

50. 17:2-4). Evenzo was de welbespraakte discipel Apollos „goed onderlegd in de Schriften”, en hij hanteerde ze op juiste wijze door een krachtige uiteenzetting van de waarheid te geven. — Hand. 18:24, 28.