Nghĩa của từ de baas zijn bằng Tiếng Anh
bemasterover, dominate
Đặt câu có từ "de baas zijn"
1. De grote baas.
2. Wie is hier de baas?
3. Jij bent de baas hier.
4. Dus wie de baas is over de alfa is de baas over allemaal.
5. Hallo, Mevrouw Baas.
6. Hij is de schoonzoon van de baas.
7. De baas zei;'terug op de route.'
8. Ja, baas.
9. Een eenzaat, is nu de baas.
10. Ik moet met de baas spreken.
11. COVERONDERWERP | ZIJN KINDEREN DE BAAS GEWORDEN?
12. En dit is de grote baas.
13. Hij was mij de baas.
14. Ik dacht dat jij de baas was.
15. Tot je orders, baas.
16. Ik ga jullie de baas niet geven.
17. Mijn baas gaat met de rederij praten.
18. Ik ben de baas, en anders Dieter
19. De baas wil nu mijn verslag horen.
20. Mijn pedaal zit op de plank, baas.
21. Hoe voelt de baas zich vandaag?
22. Toruk is echt de baas in de lucht.
23. Ik ben m'n blaas de baas.
24. Is zij de baas van de familie?
25. De dag voor de deadline zond hij de PowerPoint- presentatie naar zijn baas. Zijn baas schreef hem terug en zei: