Nghĩa của từ buitensporig bằng Tiếng Anh
buitensporig [bəʏtəsporəx] excessive, inordinate excessively extravagant, high‐flow
Đặt câu có từ "buitensporig"
1. Zij onthouden zich van het buitensporig najagen van rijkdom. . . .
2. Het gevolg was moreel verval, geloofsafval en buitensporig materialisme.
3. Buitensporig geweld en/of bloederigheid, inclusief expliciete of verontrustende afbeeldingen van:
4. Toch dient zelfs zo’n gebed niet buitensporig lang te zijn.
5. Langdurige opsluiting kan leiden tot hyperactiviteit, buitensporig veel blaffen en vernielzuchtig gedrag.
6. Een gewoonte bijvoorbeeld die dikwijls tot armoede leidt, is buitensporig drinken.
7. Het publiek zal protesteren en zeggen: er werd buitensporig veel geweld gebruikt.
8. Hoe zou een ouderling iemand kunnen aanmoedigen die buitensporig hard voor zichzelf is?
9. Je kunt je bieren buitensporig drinken Je kunt ze uit de fles drinken
10. * De heiligen moeten zich onthouden van ijdele gedachten en buitensporig gelach, LV 88:69.
11. Hepatitis kan het gevolg zijn van buitensporig alcoholgebruik of van blootstelling aan giftige stoffen.
12. Ze zijn niet gecompliceerd of buitensporig, maar zijn kenmerkend voor de eenvoud van de evangeliebeginselen.
13. A. Halberstadt) en „het gedrag van . . . iemand die buitensporig, ontuchtig” is (dr. A.H.G.P. van den Es).
14. Er is geen spoor van anafylaxie, maar zijn vergrote pupillen en buitensporig speeksel wijzen op een vreemde substantie.
15. Het huidige mensengeslacht heeft ook ’buitensporig hoererij bedreven en is vlees achternagegaan voor tegennatuurlijk gebruik’ (Judas 7).
16. We beseffen ook dat we niet mogen verlangen dat onze broeders en zusters buitensporig veel tijd aan ons besteden.
17. Miljoenen mensen roken en krijgen longkanker, maken zich schuldig aan overspel en lopen geslachtsziekten op, drinken buitensporig en krijgen levercirrose, enzovoort.
18. Het Griekse woord voor „losbandig gedrag” duidt op onbeschaamdheid, overmoed, wellust en het gedrag van iemand die buitensporig, ontuchtig is.
19. Miljoenen mensen roken en krijgen longkanker, maken zich schuldig aan overspel en lopen seksueel overdraagbare aandoeningen op, drinken buitensporig en krijgen levercirrose, enzovoort.
20. Judas vermeldt bovendien nog dat die personen „buitensporig hoererij hadden bedreven en vlees waren achternagegaan voor tegennatuurlijk gebruik” (2 Petrus 2:5, 6; Judas 7).
21. In dezelfde periode was er een nieuwe generatie van jonge volwassenen in de Verenigde Staten die de neiging had buitensporig veel uit te geven aan luxeartikelen.
22. Hij legt uit dat buitensporig veel tv-kijken waardevolle tijd opslokt die anders besteed zou kunnen worden aan persoonlijke studie, in de dienst gaan of assisteren bij behoeften in de gemeente.
23. Sommigen kunnen niet op tegen het buitensporig sterke verlangen omgang te hebben met leeftijdgenoten en te zijn zoals zij. — 1 Kronieken 28:9; Lukas 8:12-14; 1 Korinthiërs 15:33.
24. Onze persoonlijke verschijning dient derhalve niet onverzorgd of slonzig, noch opzichtig of buitensporig te zijn, maar altijd ’het goede nieuws waardig’. — Fil. 1:27; vergelijk 1 Timotheüs 2:9, 10.
25. „De door de nationale rechters opgelegde straf was buitensporig zwaar gezien het gebrek aan flexibiliteit in de nationale wet en stond niet in verhouding tot welk wettig doel men ook beoogde.”
26. In plaats van tevreden te zijn met hun levenslot, lieten ze zich er door een buitensporig verlangen naar materiële bezittingen toe brengen hun vertrouwenspositie te misbruiken, waardoor ze in vernietiging en verderf werden gestort.
27. Het behoeft dan ook geen verbazing te wekken dat het paard waarop de ruiter is gezeten met in zijn hand het symbool waarmee voedsel tegen buitensporig hoge prijzen wordt uitgemeten en wordt gerantsoeneerd, een zwart paard was!
28. Wanneer wij ons dus aan onze ’bedieningszaken’ wijden, dient onze kleding alsook onze persoonlijke verschijning niet onverzorgd of slonzig, noch opzichtig of buitensporig te zijn, maar altijd ’het goede nieuws waardig’. — Vergelijk 1 Timótheüs 2:9, 10.