Nghĩa của từ broer bằng Tiếng Anh
broer [brur] brother sibling
Đặt câu có từ "broer"
1. Niks geliefde broer.
2. Waar is Grote Broer?
3. Mijn broer is leraar.
4. Ren naar je broer.
5. Mijn broer is vrijgepleit.
6. Je broer heeft lef.
7. M'n broer is commissaris.
8. Kijk over die velden, broer.
9. Val jij op m'n broer?
10. Een oudere broer probeert zijn jongere broer van het leven te beroven.
11. Hij was mijn broer.
12. Jouw broer is zwak.
13. Mijn broer meer dan ik.
14. Een plan van je broer?
15. Fíli... neem je broer mee.
16. De toorn van een broer
17. Ik heb m'n broer vermoord.
18. Waar is uw broer, dokter?
19. Vriend trouwer dan broer (24)
20. Je hebt me m'n broer afgenomen.
21. Je hebt mijn verloofde ontmoet, Broer?
22. Je broer houdt van zwerfafval.
23. Een broer en een zus?
24. M'n broer was geen leugenaar.
25. Maar de oudere broer volhardde.
26. Broer, Godzijdank dat je leeft.
27. Broer, verspil je energie niet.
28. Zijn broer Willem was eveneens kunstschilder.
29. Mijn broer kwam er akelig dichtbij.
30. En de koningin en haar broer.
31. Je broer is veel slimmer, Joe.
32. Ja, om bijstand verzoekt, broer Block!
33. Dus mijn broer is een spook?
34. Houd jij me voor mijn broer?
35. Verenigd met mijn zus en broer
36. Je broer was een smerige valsspeler.
37. Nu ben je in de broer selectie.
38. Uw broer is beter af zonder hem.
39. Ben ik de ahoeder van mijn broer?
40. Jij en je broer zijn familie toch?
41. Je broer loopt heen en weer.
42. Je bent een echte hervormer, broer.
43. Mijn broer kan ook goed vechten.
44. Kibbelen met je broer of zus
45. Je broer neergestoken tijdens een overval?
46. Kende hij je broer erg goed?
47. Kush en mijn broer choreograferen onze dans.
48. Je broer een slaafje van een man?
49. Je broer Rhaegar was de laatste draak.
50. Nog steeds niks van je broer gehoord?