Nghĩa của từ oefenen bằng Tiếng Pháp

oefenen [ufənən] exercer, instruire

Đặt câu có từ "oefenen"

Dưới đây là những mẫu câu có chứa từ "oefenen", trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp. Chúng ta có thể tham khảo những mẫu câu này để đặt câu trong tình huống cần đặt câu với từ oefenen, hoặc tham khảo ngữ cảnh sử dụng từ oefenen trong bộ từ điển Từ điển Tiếng Hà Lan - Tiếng Pháp

1. Iedere dag oefenen.

2. Waarom oefenen we?

3. Ik zal m'n buiging oefenen.

4. Vandaag oefenen we de hechtingen.

5. Uw zwaarden om te oefenen, kampioen

6. Leeftijdgenoten oefenen vaak grote druk uit.

7. Studenten leren het beste wanneer ze actief oefenen.

8. Verkondigers oefenen om beurten een aanbieding.

9. Allan Okrainec: Vandaag oefenen we de hechtingen.

10. Toch is het verstandig om zelfbeheersing te oefenen.

11. Daarom zijn we ook aan het oefenen.

12. Denk maar aan een honkbalteam: honkbalspelers oefenen.

13. Christelijke ouderlingen moeten zelfbeheersing oefenen en dingen vertrouwelijk houden

14. We oefenen onze woorden, maar zelden onze gebaren.

15. Wat zullen gezalfde christenen ervaren indien zij geloof oefenen?

16. We oefenen een aantal heel, heel oude drijfveren.

17. WANNEER GODS REGERING HEERSCHAPPIJ BEGINT UIT TE OEFENEN

18. * Wat gebeurt er als we geen geloof tot bekering oefenen?

19. □ Waarom moeten wij voortdurend en „in alle dingen” zelfbeheersing oefenen?

20. Laat de leerkrachten de situatie klassikaal of in tweetallen oefenen.

21. Oefenen demonen nog steeds invloed uit op mensen?

22. Ik wil een paar keer oefenen zonder ammunitie.

23. Je moest oefenen, en ja, sommigen vielen eraf.

24. Altijd oefenen voor de perfecte schaduw van amber, hè?

25. Ik moet toch oefenen, voor het feest vanavond, Papa.

26. 19 Om rijpheid te verkrijgen moeten we ons waarnemingsvermogen oefenen.

27. Ik moet opschieten en dit afmaken zodat ik kan oefenen.

28. Een programma waarmee je het rekenen met procenten kunt oefenen

29. Ron en Hermelien oefenen in veren laten zweven met toverkracht

30. Ik moet de juiste uitspraak oefenen van deze woorden

31. Hardlopers moeten zelfbeheersing oefenen willen zij „de kroon des levens” verwerven

32. Niets lekkerders dan wat zijwind om de spieren wat te oefenen.

33. Ik wil eerst met jullie oefenen terwijl jullie fluiten.

34. Weinig mensen oefenen nog hun hele carrière dezelfde job uit.

35. Waarom is liefde een werkelijke hulp voor het oefenen van zelfbeheersing?

36. En ik ga jullie vragen om dat te oefenen, oké?

37. Josie rende naar de woonkamer omdat ze haar tekst graag wilde oefenen.

38. In zo’n situatie moet de ander misschien extra zelfbeheersing oefenen.

39. Het voortdurend oefenen van uw geloof vormt een sterk karakter.

40. Waar anders dan in Florence kunnen we onze vluchten oefenen?

41. Hij had verdedigingswerken kunnen bouwen, legers kunnen oefenen of oorlogstuig kunnen maken.

42. Zijn lichaam beuken, vereiste het oefenen van zelfbeheersing. — 1 Korinthiërs 9:27.

43. Amulek leert de Zoramieten hoe zij geloof tot bekering kunnen oefenen

44. De Filistijnen verboden de smeden in Israël om hun beroep uit te oefenen.

45. Hij huurde iemand van het Prothese Project in om de hack te oefenen.

46. Ik wist dat al dat oefenen ergens goed voor zou zijn.

47. DOOR OP JUISTE WIJZE ZIJN GEZAG ALS HOOFD UIT TE OEFENEN

48. Tijdens het oefenen dreef ik, naar beneden kijkend, in het zwembad.

49. Ten derde, wij vrouwen moeten ook oefenen om dapper te zijn.

50. Ze zouden kunnen oefenen in hun hotel zonder uitrusting nodig te hebben.