Nghĩa của từ luid bằng Tiếng Pháp
luid [ləʏt] haut, fort, sonore àhautevoix, fort
Đặt câu có từ "luid"
1. Luid en duidelijk.
2. Samen roepen wij luid,
3. Het is nogal luid, niet?
4. O, luid weerklink de lofbazuin!
5. " Houd hem! ", Zegt Jaffers, luid.
6. Apothecary Wie roept zo luid?
7. en bezing luid wat hij heeft gedaan!
8. De kinderen reageerden met een luid „Ja!”
9. Hij zal luid brullen tegen zijn verblijfplaats.
10. Riep je daarom mijn naam zo luid?
11. 2 Luid genoeg om overal goed verstaan te worden.
12. Een luid geluid stelt je vecht- vlucht- respons in werking.
13. Sokka, verassingsaanvallen werken niet, als je het luid uitschreeuwt.
14. En de zangers zongen luid onder leiding van Jizra̱hja.
15. Roem luid zijn goedheid en dank hem steeds weer.
16. luide geluiden minder luid lijken dan ze eigenlijk zijn.
17. Lieve help, daar was het, luid en duidelijk, zeker.
18. Vervolgens barstte Esau in tranen uit en begon luid te huilen.
19. Als wij bij een dorp kwamen, bliezen wij luid op een horen.
20. Er waren donderslagen, bliksemstralen, een zware wolk en een zeer luid horengeschal.
21. 26 De onreine geest liet de man stuiptrekken, schreeuwde luid en verliet hem.
22. Een beetje ouderwetse muziek, en erg luid en afleidend. Maar goed gespeeld.
23. Dit gaat meestal gepaard met luid gezang en het slaan op trommels.
24. De stem van de wereld is luid, niet aflatend, overredend en aanhoudend.
25. Zij verkondigen luid dat de hoop voor de mensheid in Jezus Christus ligt.
26. 9 Petrus’ toespraak en de rondspringende, luid roepende genezen man leidden tot opschudding.
27. Toen Jamie aan de beurt was, zei hij luid en duidelijk: „Jehovah’s Getuige”.
28. 7 Luid riep de koning om de bezweerders, de Chaldeeën* en de astrologen.
29. „Met een luid trompetgeschal” zullen de overgebleven „uitverkorenen” van de uiteinden der aarde bijeenvergaderd worden.
30. En als de gewassen het goed doen, staat hij luid kermend in een greppel:
31. Verkopers liepen op en neer door de straten en prezen luid hun lekkernijen aan.
32. Het bewijs in de media geeft een luid ja als antwoord op die vraag.
33. Je moet net zo luid zingen als je praat, of zelfs luider dan dat.
34. Ik hoorde krakende takken en luid geroep; het leek alsof er een zware storm kwam opzetten.
35. Maar hij durfde niet te maken zijn stem luid genoeg, zodat zijn zusje kon horen.
36. In hun verlangen naar hulp en steun brommen zij luid als hongerige of gewonde beren.
37. Dan, toen ze zag wat het was, gilde ze luid, laten vallen, en verspringende terug.
38. Het plein is vervuld van een mengeling van gelach, gepraat in diverse talen en luid schallende muziek.
39. (Gelach) Wel: we startten met 40 en elke keer ik iemands naam hoorde, juichte ik heel luid.
40. „Om luid dankzegging te doen horen, en al uw wonderwerken bekend te maken” (Psalm 26:6, 7).
41. Packer heeft gezegd: ‘De stem van de Geest wordt in de Schriften niet als “luid” of “scherp” beschreven.
42. 14 Toen begon de hele gemeenschap luid te roepen, en ze bleven de hele nacht schreeuwen en jammeren.
43. Zo kwam er, vijftien weken te vroeg, een piepklein meisje ter wereld, dat haar stem luid liet horen.
44. Als ik zie dat hij plotseling een kleur krijgt, weet ik dat mijn „gefluister” veel te luid was.
45. Toen wij na het eten de tafel aan het afruimen waren, werd er luid op de deur gebonsd.
46. Ook in deze tijd hebben sommige Getuigen luid tot Jehovah geroepen wanneer zij met verkrachting of een andere geweldpleging werden bedreigd.
47. + 6 Overal in Egypte zal een luid gejammer zijn zoals er nog nooit is geweest en ook nooit meer zal zijn.
48. 38 Ze kwamen bij het huis van de synagogebestuurder, en Jezus zag mensen in grote opschudding, die luid huilden en jammerden.
49. Hoor je geen luid, schril gezoem uit de ventilatoren komen... waardoor ik niet kan denken of een samenhangende zin kan schrijven?
50. Zo luid was het gedruis dat het de aandacht trok van heel veel joden die vanwege het feest in Jeruzalem verbleven.