Nghĩa của từ bezittingen bằng Tiếng Anh
bezittingen [bəzitiŋən] possessions possessions
Đặt câu có từ "bezittingen"
1. * Materiële bezittingen
2. Uw bezittingen worden geconfisqueerd.
3. Aangesteld „over al zijn bezittingen”
4. Een miljoen bezittingen zijn teruggegeven.
5. Geld symboliseert de waarde van bezittingen.
6. Malcolms huis en bezittingen zijn in curatele.
7. Uiteindelijk had hij al zijn bezittingen vergokt.
8. Geld, materiële bezittingen, roem, of iets anders?
9. 'Gooi al onze bezittingen maar in de tuin.
10. Ze namen lectuur en persoonlijke bezittingen in beslag.
11. Een van onze kostbaarste bezittingen is Vaders Studiebijbel.
12. En hun bezittingen worden in een strik gevangen.
13. Ik kan uw bezittingen niet aanraken zonder getekend contract.
14. Maar sommige ouders geven onterecht prioriteit aan materiële bezittingen.
15. Zijn er dingen die meer waarde hebben dan bezittingen?
16. Een dochter, de erfgename van Rosings en alle bezittingen.
17. Materiële bezittingen kunnen wij vervangen — maar het leven niet.
18. Een hogere opleiding, materiële bezittingen en een grote vriendenkring?
19. Ze dachten dat de waarde van hun bezittingen zou verminderen.
20. Ze zijn niet geïnteresseerd in een oneindige hoeveelheid materiële bezittingen.
21. Materiële bezittingen, onbeperkte vrijetijdsbesteding en amusement zijn hoofddoeleinden geworden.
22. + 9 ‘Broer, ik heb heel veel bezittingen’,+ zei Esau.
23. Maar hij heeft niemands geld of materiële bezittingen nodig.
24. In heel Duitsland werden Joden en hun bezittingen aangevallen.
25. Maar hij was te zeer gehecht aan zijn stoffelijke bezittingen.
26. „Hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen.” — LUKAS 12:44.
27. + 33 Verkoop je bezittingen en geef giften aan de armen.
28. Deze zal geveild worden, met de rest van uw bezittingen.
29. Ik verzeker jullie: hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen.’
30. Uw huis is verwoest en u bent al uw bezittingen kwijt.
31. In welk opzicht vertrouwde Christus zijn „bezittingen” aan zijn discipelen toe?
32. Wanneer stelt Jezus de getrouwe slaaf aan over al zijn bezittingen?
33. Dit is niet mogelijk door geld, bezittingen en aanzien na te streven.
34. Zelfs de rijkste mens kan zich niet terecht op zijn bezittingen beroemen!
35. Voorwaar, ik zeg u: Hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen.”
36. Ik plaatste schotten voor mijn ramen en sloeg mijn persoonlijke bezittingen op.
37. EEN woordenboek definieert succes als „het verwerven van bezittingen, gunst of aanzien”.
38. De rijke jonge man hield meer van zijn bezittingen dan van God
39. Hoe zijn sommige christenen verstrikt geraakt door hun verlangen naar materiële bezittingen?
40. Salomo had veel meer bezittingen dan allen die er voor hem waren.
41. + Maar nadat ze hen hadden gedood, namen ze hun bezittingen niet als buit.
42. Zijn bezittingen, gunst of aanzien de enige dingen waaraan succes kan worden afgemeten?
43. Het water drong ook ons huis binnen en beschadigde veel van onze bezittingen.
44. Een man werd door rovers overvallen, geslagen en van zijn bezittingen beroofd.
45. Als groep zorgen ware christenen goed voor de bezittingen van de Meester.
46. „Hij ging bedroefd heen, want hij had vele bezittingen.” — Markus 10:22.
47. Misschien moet u afzien van activiteiten en bezittingen die niet echt noodzakelijk zijn.
48. Zou het nuttig voor u kunnen zijn gewoon bepaalde bezittingen weg te doen?
49. Jezus, de Meester, stelde hen dan ook graag „over al zijn bezittingen” aan.
50. Beïnvloeden factoren als huidkleur, genoten onderwijs of materiële bezittingen mijn blijken van broederlijke genegenheid?